United States or Portugal ? Vote for the TOP Country of the Week !


De kerke Gods staat onder hetzelfde gebod. Een enkele vonk vuurs, zie, hoe grooten hoop hout ze aansteekt. Een weinig zuurdeesem verderft het gansche deeg. Vandaar de roeping van Gods kerk, om streng en ernstelijk tucht te oefenen. Het kwade mag de heerschappij niet hebben. En wat nog het bangste is, ook in het huisgezin zelf kan dit kwaad schuilen.

En al heeft zij die slechts gedeeltelijk bereikt, al waren hare handelingen dikwijls in openbaren strijd met hare beginselen, desniettemin hebben die idealen, door haar voor het eerst verkondigd en voorgestaan, als een zuurdeesem ook in het leven dezer volken gewerkt en zijn zij dat blijven doen.

Het klinkt als een sprookje, wanneer men zegt, dat in den tijd, toen het machtige Romeinsche rijk, als de toren van Babel, ineenstortte en zich in verscheidene kleinere staten en volken oploste, een overblijfsel Romeinsche burgers en soldaten zich naar een afgelegene en wilde bergstreek terug trok, en in hare schuilhoeken de stormen der volksverhuizing lieten uitwoeden; dat zij daar eeuwen lang met de oorspronkelijke bewoners dier landstreek samenwoonden, en groote landstreken, aan den voet van het gebergte, met hunne talrijke afstammelingen weder bevolkten, en zoodoende de Nucleus of het zuurdeesem van een nieuw, groot, zeer verspreid volk werden, dat tot op den huidigen dag bestaat en nog vrij duidelijk, ofschoon met veelvuldige bijmengingen en wijzigingen, de Romeinsche taal spreekt; bij wien ook de herinnering en den naam der Romeinen behouden bleef en dat nog daarenboven dit behoud van den naam en de taal der Romeinen, juist in eene landstreek plaats vond, die vóór alle andere een groote volken-poort, een waar doorgangsoord voor de meest verschillende volksverhuizingen was; in eene landstreek, waarvan men vooral had kunnen verwachten, dat zoo ergens, dan daar al het Romeinsche en oude tot het laatste spoor zou weggevaagd zijn dit alles, zeg ik, schijnt schier ongeloofelijk, en toch is het de van oude tijden overgebrachte en geloofwaardige geschiedenis van dat gedenkwaardige volk, dat wij gewoon zijn Walachyers of Moldo-Walachyers te noemen.

"Inderdaad," zeide Amelia: "ik geloof...." "Hoe!" viel Tante in: "mij dunkt, er is toch nogal onderscheid tusschen den godvreezenden Klarebron, die zijn naam te recht draagt; want hij is als eene fonteijne der hoven, een put der levende wateren, en den ijdelen Zevenslinger, die besmet is met Pelagiaanschen zuurdeesem en die slechts woorden zonder wetenschap voortbrengt, waarmede hij den raad verduistert en de kortzichtigen verblindt."

En dat alles beschikte en bestelde en verordineerde God Almachtig. Hij, die den tijd voor het zaaien en den tijd des oogstes heeft afgemeten. Die aan het koren en het zuurdeesem de verwantschap schonk, om deeg en brood te vormen. En die thans dat kostelijk brood met zijn zegen achtervolgt, om het in ons om te zetten in bestanddeelen van ons eigen bloed.

Zij riepen luide dat het Protestantisme in gevaar was. Tengevolge van deze actie begon de oude zuurdeesem van godsdiensthaat te gisten en een krachtige agitatie bracht het land in beroering. De beweging kwam op in Utrecht, de universiteitstad, de plaats van antirevolutionaire aristocratie, van het antipapisme, dat Pius IX had bestemd tot zetel van den aartsbisschop.

Van de Avaren, van de oude Hunnen, van de nog oudere Jazijgen waren, bij de afdaling in het binnenste der Hongaarsche püsten, altijd eenige overblijfselen overgebleven, die, onder al de omwentelingen en de verwisselingen van heerschers in het land, een nomadische kern der bevolking bewaard hadden. De Magyaren namen dezen, hun het meest passenden, Aziatischen zuurdeesem aan.

Zoo openbaarden zich de overblijfsels van den alouden Roomschen zuurdeesem in hunne volle gisting en kracht!

Bijna alle groote nieuwere denkers en verlichte geesten van Duitschland, die aan het volk roem en kracht verschaften, ontstonden uit het protestantisme, dat, naar te hopen is, in zijne verdere ontwikkeling, in nog hoogere mate dan tot nu toe het geval geweest is, de zuurdeesem van de Duitsche eenheid worden zal.

Want wat baat de schoonheid, die uitstekende gave der onsterfelijke Goden, indien de smet der preutschheid daarop kleeft? Wat de jeugd, als men haar door den zuurdeesem van paaienbrommigheid laat bederven? Wat is toch zoo zot als zichzelf te behagen en zichzelf te bewonderen?