Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 30 juni 2025
Deze brief was van tante Olympe. Nieuws van Romaan, fluisterde Goedele, heel laag. Hare blikken schoven vluggelings over de zwarte onregelmatige letters, heel die brave, gebrekkige taal van 't oude wijveken, en stilaan geraakten hare oogen vol. Ze moest rap pinken om de tranen weg te duwen en verder klaar te zien. 't Was slecht nieuws.
Hij drukte forsig de hand van Romaan en groette tante Olympe minzaam, haar met een dwaas woord tot bedaring brengend, en lachte nog als hij Madeleen goeiendag wenschte. 'k Zal eens 't portret maken van Mariëtte.... Hij boog vóor Goedele en drong nadien met zijne klare blikken heel diepe in hare oogen. Voor u, juffrouw. Ja, doe dat, sprak Goedele.
Maar zijn arm valt omlage en zijn gezicht druipt neerwaarts in een verdraagzame droefenis, en hij zegt schuddebollend: "Och! Och! Och!" ... en zijn doening is dan van een, die mij gelijk geeft. 't Is een aardige vent, mijnheer Johannes. En de dochter? Goedele vroeg hoe haar naam was. Mariëtte, zei tante Olympe.
En nu sterft mevrouw Wilder niet. Ze zal wel gezond zijn, als Wiezeken sterft. Dan is Wiezeken uit de voeten.... Ho! Ho!... tante Olympe.... Goedele was niet toornig ze berispte stille, omdat tante Olympe bedaren zou. Maar tante Olympe moest uitspreken en naarmate hare stemme gebroken en afgemat, luttel werd, liepen sneller en zwaarder hare tranen over haar roerend aangezicht.
De poesjenel kon zijne armen toeklappen, als men op zijn buik neep, en dan rinkelden de twee bellekens, die aan zijne mouwen hingen. Tante Olympe neep maar gedurig op den houten buik en de poesjenel smeet zijne klinkende armen gedurig saam, en Wiezeken was bovenmatelijk gelukkig.
Tante Olympe met haar gestadig geklaag maakte haar zenuwachtig, en Madeleen ook, die daar met gebogen hoofd aldoor te kijken zat in de toekomst. Ze was weggeloopen. Ameye walgde haar. En de dagen waren verstreken alzoo. Ze wilde niet meer terug bij haar broer, ginder waar ze geleden had een onverklaarbare pijne, nievers nog geleden. Ze was bang.
Naderhand werd er op de deur geklopt en zonder wachten klonk de klinke omme. Tante Olympe stond seffens rechte en was tevreden dat er toch iemand een ende kwam stellen aan het pijnlijk gesprek. Ze huppelde tot aan den dorpel. Goeien morgen! 't Was Ameye. Hij boog seffens heel beleefd, als hij Goedele bemerkte.
Tante Olympe vooral had danig werk met vertellen, en ze gooide zoo aardig alle voorvallen harrewarrig dooreen, nievers een leemte latend, waar de stilte kon binnenkruipen en rusten. En mijnheer Johannes, waar zou die nu zitten?
Ik meen niet dat ze misdadig is. 't Ware in elk geval onwaarschijnlijk. Ja, zei Romaan. 't Is een slette, zei tante Olympe. Ameye lachte luid en stond recht. Hij trok zijn overjas aan en moest nu gaan nog een paar zaakjes afhandelen vóor den noene en morgen zou hij eens binnenloopen nog, rond den elven.
Maar ze werd algauw weer slaperig en wendde haar hoofd omme, en dan moest Tante Olympe aan 't voetende het lieve lam pakken, dat mijnheer Johannes had meegebracht. En tante Olympe moest op het onderst plankje duwen tot het lam te bleeten begon. En 't lam zei: Bêe-êe-êe-êe....
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek