Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 juni 2025
En van nu af is Salamandre de vriendin des konings, dikwels trekt hij ten strijde om in haar ogen uit te blinken; wanneer ze alleen zijn, beloont zij hem daarvoor.
De bocht in het noorden had eenmaal de vloot van Xerxes geborgen, thans hadden de overmoedige zeeroovers er zich genesteld. De steden langs den oever waren rijk en beloofden een kostelijken buit. Alles wel beschouwd meende Arrius te ogen aannemen, dat de roovers ergens ten zuiden van de Thermopylen zouden te vinden zijn.
Op het ogenblik dat Gwyde de dienstwilligheid der Bruggelingen door dankbare woorden wilde erkennen, ging de deur der zaal open, en al de ogen stuurden zich met verbaasdheid op een monnik, die stoutelijk, zonder geroepen te zijn, in de zaal kwam en tot bij de Dekens naderde.
Trouwens als men hem soms hoorde vertellen, maakte 't net de indruk of hij reeds in 't verre land geweest was, of hij er zich nog bevond. Somtijds, midden in een verhaal, bleef hij plotseling stil, het oor gespitst, de hals gerekt, de ogen, onder de neergezakte wenkbrauwen, peilend gevestigd in de duisternis, als kwam er daar ergens onraad of gevaar.
Dan was er al die andere hekserij en duivelskunsten, waar de klerken der oudheid van wisten te vertellen. Waternymfen zoals die ook in Bretagne voorkwamen; zeemeerminnen en sirenen die »een lied zingen dat musica heet, en dat de schippers in 't verderf stort"; de kleine duivel Spin (d. w. z. Sfinks) die alle mensen in de afgrond wierp, welke zijn raadsels niet konden oplossen; de tovenaar Virgilius die even ervaren was in de zwarte kunst als Merlijn bij de Britten, en allerlei snuggere mechanismen op 't Capitool te Rome aanbracht ter bescherming van het Romeinse rijk. Toverij moet er ook geschuild hebben, dacht de trouvère, in die geschiedenis van een vorst die een witte koe bezat die zulke heerlike melk gaf en die hij door een man met honderd ogen liet bewaken, of in het verhaal van de koningsdochter Ariadne, wier vrijers allemaal naar een grote tuin gebracht werden, die zodanig ingericht was dat niemand er weer uit wist te komen, terwijl er nog een lelik beest van een leeuw ook in huis hield. Maar 't alleraardigste in al die klassieke feeënverhalen was dat van koning Orpheus wiens koningin Heurodis naar 't onderaardse feeënrijk van Pluto weggevoerd was. Wanhopend trekt Orpheus weg en leeft als een wildeman alleen in 't bos: alleen zijn harp heeft hij meegenomen en alle wilde dieren komen naar hem luisteren als hij daar op speelt. Dikwels ziet hij daar in de stilte van het bos de Alfenkoning op jacht met zijn gehele gevolg en onder de vrolike dames daaronder ontdekt hij op een zekere dag zijn geroofde vrouw. In zijn speelmanskleedij gaat hij met de stoet mede door een opening in de berg naar het prachtige slot van de Alfenkoning en d
Lange golvende haren rolden op zijn brede schouders; blauwe glinsterende ogen stonden vlammend onder zijn blonde wenkbrauwen, en een jonge baard krulde op zijn kin. Een wollen kolder met een gordel was zijn kleedsel, en een kruismes in een lederen schede zijn wapen. Zichtbaar was het op zijn gelaat dat het gezelschap, aan hetwelk hij ten leidsman diende, hem niet aangenaam was.
Blanken en Hottentotten genoten in dit opzicht volkomen gelijke bescherming. Ten slotte een enkele opmerking over een der middelen van bestaan in Kaapstad. Vroeger heb ik er op gewezen, dat de Heren Zeventien vreemdelingen volstrekt niet met gunstige ogen zagen aankomen in de Kaap.
In de wereld moet hij goed zijn als hij, die vervuld is van alle goede eigenschappen: eer, schoonheid en moed, en in Gods ogen moet hij goed zijn, want hij moet vervuld zijn van barmhartigheid en vroomheid en hij moet ook het zuiverste voorbeeld van kuisheid genoemd kunnen worden." Maar hier overschrijden wij dan de grenzen der ridderromantiek.
Haar wangen waren zo zachtjes door ontellijke purperen adertjes gekleurd, dat het fijnste rozenblad op haar aanzicht een vale vlek ware geworden; de ogen zo blauw als de hemel en de lippen zo rood als twee boordjes van scharlaken fluweel.
De Graaf van Vlaanderen aanzag hem droevig en zich naar Robrecht kerende zuchtte hij: "O mijn ongelukkige zoon!" Robrecht van Bethune stond stijf en beweegloos met dwalende ogen bij de Franse ridders, die hem met ondervragende blikken bezagen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek