Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 31 mei 2025


Ze kwamen in trage trossels grauwe gedaanten en de bleeke gezichten blonken eenderlijk en akelig nevenseen, terwijl ze blikten naar links en naar rechts al bijzende over de schouders en de ruggen. Daar was soms muziek bij. De klare kopers knetterden in den valen dag, en rythmisch daverden de holle trommen.

Hij overkwam die emotie tamelijk gauw, en Francine insgelijks was niet zóo diep getroffen dat ze langer dan een kort tijdje met haar leed moeite had. Vijf minuten later zaten beiden nevenseen te keuvelen.

Niet zoo gauw merkte ze Sörge, of ze liep hem blij te gemoet. Ben ik te laat, Rup? Hij schudde vriendelijk zijn hoofd, bood haar zijn arm. Ze stapten zwierig, lichtelijk nevenseen, de trappen af. Ofschoon Takker reeds de voorpoort geopend had en men daar de paarden hoorde kloeven, leidde Sörge zijne vrouw in het klein salon en, verrukt achteruitwijkend: Wat zijt ge schoon! sprak hij.

Hare oogen blikten verwilderd rond en hinkend drilde ze vooruit, dronken van overgroot verdriet. Ze beukte tegen de menschen en, zonder ommezien, zwengelde verder door. Op de brugge, vóor 't zacht-klotsende water, bleef ze staan. Ze lei hare handen nevenseen op de ijzeren leuning en tuurde zinneloos naar den glinster-grauwen vloed. Wat was dat daar diepe en zoete!

Ze wandelden den serregang door, die met de mooiste planten was versierd en waar walmde een zware, vochtige hitte, en zij geraakten koutend, licht-pratend, te bekommerd om verrukt te zijn, in de oranjerie. De langwerpige zaal, ommendom berankt met dubbele lichtfestoenen, was zeer keurig versierd. De oranjeboomen groenden in dichte rijen tegen de muren, al de versch-gele kuipen nevenseen.

't Was terug de liefelijke, al-beheerschende stilte, de gulden stilte, waarlangs hunne gevoelens ommezweefden en nevenseen overentweere wiegden, beladen met de weelde hunner passie. Een logge wagen reed over de strate voorbij en traagzaam verwijderde zijn rollende wielrammeling.

Ze drukte stille zijne vingeren, die als beenderlooze vleeschkussentjes, alle vijf lepelvormig nevenseen, hare hand mollig omsloten. Ze knikte hem glimlachend toe, en vroeg: Zijt ge gelukkig, beste Johan, en zult ge mij eens komen bezoeken? Hij kon niet spreken. Hij hoorde niet wat ze zei. Hij lispelde weer: Wat zijt ge schoon geworden! ....

Ameye raapte het witte pakje met suikergoed en het rankje hulstgroen op, die, nevenseen, op de zulle waren neergevallen. Eenige dagen verstreken voor Goedele in eendelijke onverschilligheid. Ze was heel korten tijd bij Romaan gebleven, had geweend omdat Wiezeken er zoo deerlijk uitzag en was weggeloopen, seffens.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek