Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 juni 2025


Ze wandelden den serregang door, die met de mooiste planten was versierd en waar walmde een zware, vochtige hitte, en zij geraakten koutend, licht-pratend, te bekommerd om verrukt te zijn, in de oranjerie. De langwerpige zaal, ommendom berankt met dubbele lichtfestoenen, was zeer keurig versierd. De oranjeboomen groenden in dichte rijen tegen de muren, al de versch-gele kuipen nevenseen.

Niets was hier bestaande dan deze gezichten: hunne lijven, somber bekleed, vielen weg in de schaduwen ommendom, maar geweldig sprongen uitwaarts de bleekheid van de vrouw en de zoetige blondheid van het kindje.

Bedwelmend was haar gansche aangezicht, verlicht, boven den blos der wangen, door 't geheimzinnig gestraal van wonderbare blikken. Zoo was Mariëtte wel.... Maar wat somberde ommendom de donkere glimming van bruine haren? Mariëtte moest blond zijn. Goedele kreeg hoofdpijn en ze bracht haar zakdoek over hare oogen. Weer keek ze naar het tooverig beeld. Is dat ... Mariëtte...?

Als hij zijne ivoren eenzaamheid verliet, wandelde hij op de Louizalaan onder de menschen. Hij had de menschen lief, de onbekende menschen die wandelen of loopen en lijden of vroolijk zijn. Hij keek ze vluggelings in het aangezicht, kwam in rappe voeling met allen, bewaarde van allen een beeld van kleuren of lijnen. Hij lachte op de kinderen die ommendom de blanke schorten der meiden speelden.

Hij kreeg eene ovatie.... Nu begon, van taveerne tot taveerne, eene processie die waarlijk niet te beschrijven is. De muziekanten stapten voorop. Dan, met de voornaamheid van een paasch-os, Johan Doxa, geflankeerd door de twee mooie marolle-deernen. Dan de woeling der uitgenoodigde menigte, die steeds aangroeide. Kinderen huppelden ommendom, de handen zwaaiend omhoog.

Hij had willen een schilderij maken vol met engels en heiligen en hij peinsde dikwijls op de rijke borduursels welke hij met goud en edelsteenen zinnens was heel ommendom de bonte fluweelen mantels te versieren. Maar hij nam zijne ronde palet niet meer op. Hij liep de Hooge Stad rond en daalde daarna naar de Priemstraat.

Ze joeg bijtende zinnen achter malkaar: Ge moet het wel weten hoe Romaan nu lijdende is, gij die zoo geleden hebt om ons, indertijd, als we zieke wichten waren. Hij beseft nog niet hoe verre Wiezeken alreeds van hem verwijderd is. Hij ziet wel overal donkerten ommendom, maar hij hoopt. Gij weet het wel, niet waar? hoe die toestand is.... Gij zijt zijne moeder. Ik heb uw bankbriefken afgegeven.

De gele lichtfestoenen die bij wijze van illuminatie in dubbele slingers rond de markt rankten, deden op duizenden menschenhoofden de tinteling dansen van hunne bevende pitjes. Daarboven en ommendom rezen de heerlijke korporatie-huizen met hunne rijke versieringen en de gebrokkelde schaduwing van vensterbogen en balkoenen.

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek