United States or Honduras ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij liet Emilie niet rustig de meidenkamer inspecteeren, zij vatte haar bij heur middel en bij de hand en zij walste met haar, terwijl zij hijgend een wijsje neuriede, over de gladde planken heen. Kind, je wordt dol! lachte Emilie, maar de wals bekoorde haar en zij neurieden en tolden samen... Dat is nu het eerste bal, gevierd ten huize Atjehstraat! riep Marie buiten adem.

De Arabier uitgehoord, antwoordde aan wat men vroeg; zijn smalle lippen beboogd met den donkerstrependen knevel neurieden; week klaagde zijn zachte keelstem, terwijl hij de vier reine vingers van zijn rechterhand, fijn met lange aaiingen, wreef over de witte palm van de linker.

Hij zag havelooze kinderen over den kalen vloer kruipen en jonge meisjes met verwilderd haar, die liedjes neurieden voor magere, bleeke zuigelingen. Hij hoorde twisten en schelden, en alle gezichten om hem zagen moede, of dom en onverschillig. Het greep Johannes aan met een vreeselijke smart. Het had niets gemeen met zijn vroeger leed, daarvoor schaamde hij zich.

De Eekhofjes werden overgehaald en zij neurieden nu lachend en hakkelend, met twee dunne, schelle stemmetjes het duet van Pipo en Bettino: "O, mon Pipo, mon Dieu, qu't'es bien!" terwijl Etienne haar met dikwijls twijfelachtige akkoorden begeleidde.

Zij was vier jaar ouder dan hij en beschouwde hem zoowat alsof hij twintig jaar haar jongere was. "Mijn ouwste kind" noemde ze hem soms. 't Was lente, lieve, zachte, heerlijke lente... De heldere beekjes neurieden hun suizend liedje, het jonge groen sprong overal frischlevend uit, de oude ruige boomen van den boomgaard bloeiden.

Het "couvre-feu" had reeds geklonken, maar zij waren jong en opgewekt en levenslustig en sommigen neurieden nog liedjes, of maakten grapjes en hielden praatjes, bij 't zwakke schijnsel van het nachtpitje, dat daar in een hoek bleef branden.

Een kleine hond draafde rond tusschen de koeien door, en blafte tegen hen, die stooten wilden. De boer spande een paard voor een kar, en laadde die vol met botervaten, kaasvormen en allerlei levensmiddelen. De menschen lachten en neurieden. Zij en de dieren waren vroolijk, alsof zij een recht prettigen dag verwachtten. Een poos later waren ze alle op weg naar de bosschen.

Tafelgesprekken en liefdekout; de eerste zijn evenmin weder te geven als de tweede; liefdekout is een wolk, tafelgesprekken zijn dampen. Fameuil en Dahlia neurieden; Tholomyès dronk, Zephine lachte, Fantine glimlachte; Listolier blies op een houten kindertrompetje, dat hij te Saint-Cloud had gekocht. Favourite lonkte teederlijk Blachevelle toe en zeide: "O Blachevelle, hoe bemin ik u!"