United States or Latvia ? Vote for the TOP Country of the Week !


De grootste stilte bleef in het leger heersen opdat de bevelen van ieder wierden gehoord. Eindelijk waren de twee beken met lichamen van mensen en paarden opgevuld, en het gelukte Rodolf de Nesle met omtrent duizend ruiters er over te geraken. Dezelve dan in een dikke schaar geschikt hebbende, riep hij: "Frankrijk! Frankrijk! Vooruit! Vooruit!"

Rodolf de Nesle, een braaf en edelmoedig ridder, zat nevens Mijnheer Henri de Ligny aan de linkerzijde der tafel; ongenoegen en droefheid schetste zich op zijn gelaat, en het was zichtbaar dat de wrede bedreigingen, welke de ridders tegen Vlaanderen uitspraken, hem niet behaagden.

De Konstabel De Nesle en meer andere heren keurden die raad goed, maar Robert, door verbolgenheid verblind, wilde er geenszins van horen, en raasde tegen Jean de Barlas dat hij zwijgen zou. Al die bereidingen hadden de tijd doen voorbijsnellen: het was reeds zeven uur in de morgen, wanneer de Franse ruiters zich tot op twee slingerworpen van de vijand bevonden.

"Mijne heren, gij bedriegt u voorwaar," bemerkte Raoul de Nesle, "ik heb de beruchte wever te Brugge zelf gesproken, en alhoewel hij deze in schalksheid te boven gaat, heeft hij slechts één oog en onze leidsman heeft er twee allergrootste. Ongetwijfeld bemint hij de oude Graaf van Vlaanderen, en beschouwt onze komst als overwinnaars met een kwaad oog; dit is de zaak.

Terzelfder tijd hakte hij dapper onder de verbaasde vijanden, en wierp er een groot getal op de grond; de anderen deinsden achteruit, en gaven alzo aan de gelederen de tijd om zich weer aan te sluiten . Rodolf de Nesle met de grootste macht zijner ruiters was op de vijfduizend Gentenaars van Mijnheer Borluut gevallen.

Meest al de ridders grepen onstuimig naar de handschoen, ook Rodolf de Nesle; maar Robert d'Artois had zich zo haastig vooruitgeworpen, dat hij dezelve voor de anderen gevat had. "Ik neem uw uitdaging aan," sprak hij. "Kom, wij gaan!" De oude Koning Sigis van Melinde richtte zich op, en bracht zijn hand, als een teken dat hij spreken wilde, over de tafel.

Tussen de schutters der Fransen en de steenwerpers der Vlamingen lag de Mosserbeek, in zulker voege dat zij elkander niet naderen konden en er slechts weinig mannen aan beide zijden dood bleven. De Seneschalk d'Artois gaf aan Rodolf de Nesle, Aanleider van het eerste lichaam, het bevel tot de aanval.

Robrecht van Bethune en Willem, zijn broeder, hadden hun dravers bij de zijde huns vaders gebracht; Raoul de Nesle en De Chatillon waren insgelijks nevens Charles de Valois, hun Veldheer, genaderd. Deze sloeg de ogen met medelijden op de witte haren van Gwyde en op het neerslachtig gelaat van zijn zoon Willem, en sprak: "Ik bid u, edele Graaf, geloof dat uw smartlijk lot mij pijnt.

Rodolf de Nesle bleef lang, met wonden overdekt en met het bloed der zijnen bespat, boven de lijken vechten, zijn dood was zeker. Jan Borluut, dit ziende, gevoelde een innig medelijden voor de heldhaftige ridder, en riep tot hem "Geef u over, Mijnheer Rodolf, ik zou u niet gaarne zien sterven!"