United States or Yemen ? Vote for the TOP Country of the Week !


De manier van vertellen is door die voorstelling ongedwongen en los en blijft dat ook, al glimlacht men soms even, zooals toen al op een der eerste avonden tante en nichtje wel dadelijk naar de Friedrichsen Leipzigerstrasse wilden gaan naar het drukke avondgewoel, maar oom en neef thuis wilden blijven in het hotel.

De echtelieden Brolet zagen elkander toen ook Jeannette naar hare kamer vertrokken was, als in verrukking aan: het onweder was voorbij; hun kind hadden ze weer behouden, en slechts de gedachte pijnigde hen een oogenblik: of dan de slag toch niet eenmaal zou moeten treffen. Jeannette? Vertrouwelijk heeft ze geen woord met den neef gewisseld.

Van de musea vallen alleen die voor kunst onder de aandacht van den geleider; de verzamelingen op historisch, ethnologisch, oudheidkundig en natuurwetenschappelijk gebied zullen denkelijk oom en tante niet interesseeren, maar neef en nicht, die toch mogelijk een burgerschoolopleiding hebben gehad of genoeg kinderen van hun tijd zijn, om het napraten over kunst verouderd te noemen en er liefhebberijen op na te houden, die hun kijkjes gunnen in hoekjes van geschiedenis of natuurwetenschap, hadden het misschien wel wat anders gewenscht.

Korten tijd daarna stak het vaartuig, waarin Tristan gekomen was, weer in zee en landde, na eene voorspoedige reis, in de haven van Tintagel. De blijdschap van koning Mark, toen hij zijn geliefden neef gezond en krachtig terugzag, kende geene grenzen en ook Tristan's vrienden en bekenden verheugden zich hartelijk over zijn veiligen terugkeer.

Maar het laatste, dat ongelukkig een stalmeester van een regerend Vorst getroffen had, werd met een zeer barsch gezigt achtervolgd en met de vraag: "Wat beteekent dat?" "Ik vraagje excus, Mijnheer!" zegt Pols, "maar ik zag een neef en nichten van mij zitten." "Als je dan nog meer familie ziet, verzoek ik je aan den anderen kant te knijpen."

Vooral nicht Alida kon niet nalaten, neef de opmerking te maken, dat zijn moed zeker zeer te bewonderen was, maar dat hij naar haar oordeel! toch beter gedaan had, zijn leven niet te wagen, om een ~schepsel~ als ~dit~, van den dood te redden.

Neef Janssen lacht van plezier dat zijn gasten zoo óver en óver tevreden zijn, en zegt: "Joa, al zin we Bêtuwslui, we weten nog wel wat onzen gasten toekumt. Ku'j 't niet op? loat moar liggen! we zulle danken, en dan noar den bongerd om kersen te êten, totdat moeder de koffie goar het."

Oom Monetti deed, of hij die opmerking niet hoorde en zeide tot zijn neef, die de negen-en-twintig sous in zijn zak stak: "Je behoeft je niet te haasten, om ze terug te geven." "Wat een gierige brok!" zeide Rodolphe, terwijl hij zich wegspoedde. "Nu ontbreken me nog een-en-dertig sous. Waar die te vinden? Wacht, een idee, laat ik naar den viersprong van de Voorzienigheid gaan."

Vergeet ze ook, en laat ons vrienden zijn, zoals voorheen." De mannelike verklaring van Potgieter miste z'n uitwerking niet op het edel, gevoelig gemoed van Uijs. Hij zei: »Neef Hendrik, ik zal niet ontkennen, dat je aanmerking me diep heeft gekwetst; maar wat een eerlik man doen kan om een begaan onrecht te herstellen, wanneer hij ziet dat hij te ver gegaan is, dat heb je tans gedaan.

"O dag Frits, hoe vreeselijk gezellig!" zei ze, terwijl ze hem hare beide handen toestak. Thans keek ze volstrekt niet trotsch of uit de hoogte. "Dag Cilly," zei hij, lachend opstaande. "Wat een eer, dat je zóó blij bent me te zien! Neen, je hebt me je twee handen gegeven, nu houd ik ze ook vast. Kom, wat krijg ik nog meer? Ik ben je eigen neef en vroeger kreeg ik altijd een...."