Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 juni 2025
Oh! comme c'est beau, comme c'est beau!" jubelde Leontientje. Zij haalde de lange, neerhangende bloesemtwijgen naar zich toe, zij aaide met haar zachte wangen langs de zachte, teere knoppen; en eensklaps werd het haar te machtig: zij brak het eene takje na het ander af en las ze samen tot een schitterenden ruiker, telkens met een kinderlijke speelschheid streelend vragend: "Je puis, n'est-ce pas?
Eh bien, comme nous avons dit, n'est-ce pas? En hij begon nog eens op te sommen: Potage Bisque, Saumon
Père la Chaise is heel eigenaardig; verscheiden graven zijn net kleine kamertjes, en als je 'r inkijkt, zie je een tafel met photographieën of schilderijen van de overledenen, en stoelen voor de achtergeblevenen om op te zitten, als zij komen treuren. Echt Franschachtig n'est-ce pas?
"De lijkrede van onze liefde, die mijn vroegere minnaar Rodolphe onlangs gedicht heeft." En zij zong: "Je n'ai plus le sou, ma chère, et le Code, Dans un cas pareil, ordonne l'oubli; Et sans pleurs, ainsi qu'une ancienne mode, Tu vas m'oublier, n'est-ce pas, Mimi?
Tante Cordúla ne sera pas fâchée, n'est-ce pas?" terwijl de drie, oude vrijgezellen met gedwongen glimlach toch ja knikten, elk oogenblik omkijkend naar het woonhuis, in voortdurenden angst hun zuster eensklaps woedend te zien buiten vliegen, om. die nuttelooze schending, welke zij in bun begrip van boerenzuinigheid ook innig afkeurden, te verbieden.
Zie-je ginter d' hofstee? Irkent-e 't huis nog?" vroeg Standje. 'n Beetse, toch niet heel goe meer," aarzelde zij. Maar eensklaps jubelde ze 't uit: O joa joa ik, nou irken ik ze, doar... doar... tusschen de beumen! La maison blanche aux volets bleus et au toit rouge n'est-ce pas? Oh! comme elle est gentille!"
't Gezicht van mijn dames begint vreemd te vertrekken. Zij bedanken den man, een opkomende lachbui bedwingend, en vragen mij om door te rijden. Heel, heel langzaam zet ik weer in gang. N'est-ce pas, madame, vous comprenez bien, si j'étais du pays je ne manquerais pas.... klinkt achter ons de stem van den man, die, óverbeleefd, met ons meeloopt.
Maar zulk een oplossing dezer gecompliceerde vraag scheen haar al zeer eenvoudig en het oproer harer gevoelens, dat zich in haar hart verhief in tegenstelling met den opzettelijk frivolen en lichtzinnigen toon, dien Anna had aangeslagen, maakte op haar een diepen indruk. "N'est-ce pas immoral?!" Dat was alles, wat zij vermocht te antwoorden.
Voyez, monsieur Wattenberg, n'est-ce pas que c'est beau! riep juichend het jong meisje, een der schilderijtjes tegen den boomstam omkeerend. Maar het dingetje gleed schuins omlaag, nog vóór de meester goed kon kijken en de groene Engelsche bukte zich met een angstig "aoh" spoedig neer om het weer overeind te zetten. De meester keek, sprakeloos-wenkbrauwfronsend, met de linkerhand aan zijn kin.
"Owie monsieu, owie monsieu," antwoordde Vaprijsken ongestoord, onder het nogmaals wild-opstijgend, algemeen gelach. "Vous partagerez au moins, n'est-ce pas?" conditionneerde de jonker. "Owie monsieu, owie...." herhaalde met overtuiging Vaprijsken; en onder een storm van geschater en gelach kreeg hij het twintigfrankstuk en holde er juichend en dansend midden in de joelbende mee weg.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek