Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 mei 2025
Het had korte, roodachtige haren van voren, die in den winter grijs waren geweest. Over zijn rug liep een geelachtige streep, even als over den rug van een muildier. Het had lange horens, die in een sierlijken boog boven den kop bijeen kwamen, waaruit volgde dat het een mannetje was. Wat een mooi rendier! riep San der.
Tegen den avond werd een wandelritje gedaan. Don Quichot was niet gewapend, maar droeg over zijne gewone kleeding een wijden zwaren mantel van donkere stof, die hem niet weinig zweetdroppels afperste. Ook bereed hij heden niet zijn Rocinante, maar een fraai, kloek muildier, dat bijzonder net en sierlijk was opgetuigd.
Reeds om vier uur opgestaan, want ik moet ten einde des avonds in Sparta te zijn, vijftien uren per muildier rijden, verlaat ik het gastvrije plaatsje Areopolis, en terstond aan de zee den rug toekeerend, begin ik de hellingen van den Taygetos te bestijgen, waar een diepe insnijding mij een weg door zal banen naar Marathonisi.
Maar het kan mij weinig schelen, de vermoeienissen der beide laatste dagen zijn zoo groot geweest, dat een diepe slaap, niet door eenig onaangenaam gesteek afgebroken, dadelijk mijn oogleden sluit. Om zes uur in den morgen wacht mijn muildier mij reeds, geheel gezadeld, aan de deur van de eenvoudige herberg te Porto-Quaglio, waar ik den nacht heb doorgebracht. Ik haast mij, het zadel te bestijgen.
Hij trok op een muildier door het gebergte, ontmoette niemand en kwam veilig en wel bij zijn "vrienden" de herders. Hij bleef hier veertien dagen, predikte, verrichtte den dienst, onderwees en vermaande de gemeente. Kort voor zijn vertrek wilde hij een plechtig Te Deum houden. Hij sprak er met den pastoor over. Maar hoe? er waren geen bisschoppelijke sieraden.
Met deze woorden dreef hij zijn muildier aan en wilde doorrijden; maar Don Quichot gevoelde zich door dit korte bescheid in dier voege beleedigd, dat hij het dier bij den teugel greep en luid en dreigend riep: "Houd stil en leg rekenschap af! Zoo niet, dan zal ik u en al de uwen bloedig tuchtigen en kastijden."
Buitendien waren zij den vorigen nacht in de nabijheid geweest en wisten ook dat gij twee paarden bezat. Zij zijn de eigenlijke oorzaak van den diefstal! Dat heb ik nu van mijn broeder gehoord. En bleef die Toma maar kort bij u? O neen, hij steeg van zijn muildier, ging bij hen zitten en vertoefde wel een uur bij hen. En kondet gij niet hooren wat zij zeiden?
Een muildier, éénmaal een zekeren weg afgelegd hebbende, zal dezen immer terug kennen, terwijl hij, wanneer men hem rustig zijn gang laat gaan, steeds tot zijne vroegere verblijfplaats terugkeert, hoe ver hij ook hiervan verwijderd zijn moge. Welk een hitte!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek