Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 juni 2025
De sultan ging voort en vertelde Marko van de wandaden van Moussa en vroeg hem: "Zoudt gij in staat zijn, o, Marko, naar de zeekust te gaan en Moussa Kessedjiya te dooden? Indien gij dat wildet doen, zou ik u graag zooveel geld geven, als gij maar wenschen kunt."
De wanden van een der harten waren ingevallen, een ander klopte nog heftig, op het derde ontwaakte juist een slang, en toen deze Marko zag, siste ze tegen Marko: "Dank God, o koninklijke Prins Marko, dat ik sliep, terwijl Moussa leefde, want een drievoudig ongeluk zou u anders getroffen hebben!" Toen Marko dit hoorde, stroomden de tranen langs zijn wangen en hij jammerde: "Helaas!
Deze vernedering bereidde den Sultan onuitsprekelijk veel verdriet en zorg. Eindelijk kwam de groot-vizier Tyouprilitch tot hem en zei: "Sire, roemrijke Sultan! Indien wij nu slechts den koninklijken Prins Marko bij ons hadden! Hij zou Moussa, den Bullebak, zeker overwinnen!" "O, martel mijn ziel niet door over den vorstelijken ridder Marko te spreken!
Nauwelijks had de man zijn rechterarm uitgestoken, of Marko sloeg dien met een snelle beweging tot bij den schouder af. "Nu, o Novak, kunt gij van dezen dag af geen beter, noch een slechter zwaard maken dan het mijne! En neem deze honderd dukaten voor belooning." Marko ontmoet Moussa.
Toen de twee ridders elkaar ontmoetten, zei Marko tegen Moussa: "Ridderlijke Moussa, ga terzijde en laat het pad vrij voor mijn Sharatz om voorbij te gaan! Ga terzijde of buig voor mij!" Hierop antwoordde Moussa: "Ga rustig verder, Marko, begin geen twist. Nog beter, laat ons afstijgen en samen wat gebruiken. Ik zal nooit terzijde gaan om plaats voor u te maken.
Toen de Sultan van al deze wandaden hoorde, zond hij den groot-vizier Tyouprilitch met drie duizend manschappen uit om Moussa te onderwerpen. Maar, helaas! Nauwelijks had het Turksche leger de kust der zee bereikt, of Moussa joeg het uiteen en nam den groot-vizier gevangen. Hij bond hem aan handen en voeten en zond hem aldus naar zijn heer te Istamboel terug.
"Op mijn woord, Sire, mijn tijd is nog niet gekomen; het tweegevecht met zulk een gevaarlijk tegenstander als Moussa durf ik nog niet aan!" Dus bleef Marko nog een maand in de Nieuwe Herberg, etende, drinkende en rustende, totdat hij zich wat sterker voelde. Daarna vroeg hij weer om een droog stuk van een mispelboom.
Toen stegen zij af en grepen elkaar met groote woestheid aan. De beroemde helden stonden elkaar, de ridderlijke Moussa en de koninklijke Marko. Moussa kon Marko niet ter aarde krijgen en Marko kon Moussa niet overwinnen. Een ganschen zomermorgen worstelden zij met elkaar. Ongeveer op het middaguur kwam wit schuim op de lippen van Moussa en Marko's lippen waren bedekt met schuim en bloed.
Toen Moussa een oproerling werd en zich naar de zeekust begaf, beval hij mij een zwaard te maken, waarmede hij recht door het aambeeld sneed evenals gij hebt gedaan en eveneens door den eikenstronk, waarop het stond." Dit maakte Marko woedend. "Houd uw hand op, Novak, opdat ik u kan betalen voor mijn zwaard!"
Dit hoorende wierp Marko van Prilip zijn speer naar de borst van Moussa, maar de woeste Albanees ving die met zijn krijgsknots op, ze schampte af, en suisde hoog boven zijn hoofd. Toen trok Moussa zijn eigen speer en mikte op de borst van Marko. Maar de koninklijke held ving ze op zijn knots op en ze brak in drie stukken. Zij trokken nu beiden hun zwaard uit de scheede en vielen op elkaar aan.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek