Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 mei 2025
Sommige vreemdelingen meenden dat het een duivel is, die de herberg op het uithangbord heeft, maar wij kunnen u in gemoede verzekeren dat vele zelfs der kleinste dorpskinderen u zeggen zullen, hoe vader, vooral de Zaterdag- en Zondag-avonden, naar De Moor gaat, terwijl ze u vreemd zouden aangapen, wanneer ge van een duivel spraakt.
Die schoone zaal, waaraan ter weerszijden twee kleiner vertrekken grenzen, heeft langen tijd gediend tot bergplaats voor de steenen, die voor het onderhoud der kathedraal noodig waren, en heeft naar die bestemming den naam gekregen van Taller del Moro, dat is werkplaats van den Moor. In de laatste jaren is het een gewone remise geworden.
De Moor antwoordde, dat hij in dienst was van Calaynos, die Karel den Groote en al zijne ridders uitdaagde, en die hun aanval in Parijs afwachtte.
In plaats van het schitterende gewaad van den rijken Moor nam hij het eenvoudige kleed van den bediende, en verzocht Isaäc nu ook een vrouwenkostuum te willen medebrengen, dat geschikt was voor eene Moorsche vrouw uit den bemiddelden stand. Isaäc voldeed volgaarne aan dien wensch, want hij maakte dien avond dubbel goede zaken.
Den Moorschen hoofdman werd onmiddellijk verteld van den vreemdeling, die zich midden door den stoet een weg had gebaand en wie hij had gedood, en ook, dat hij er niet uitzag als elk ander ridder, maar gekleed was in een wolfsvacht. Marko en de Moor. De Moor, die schrijlings op zijn Bedevia zat, zwenkte en sprak Marko aldus aan: "Het ongeluk heeft u dezen dag ingehaald, o vreemdeling!
Voert Aaron nu ter straf, den vloek'bren Moor, Die de oorsprong was van al ons naamloos wee; Dan reeg'len wij den staat, zoodat voor goed Een ramp en nood als deze zijn verhoed. De oudste uitgave van Titus Andronicus, die tot ons gekomen is, dagteekent van het jaar 1600. De titel dezer quarto-uitgave luidt als volgt: The most lamentable Romaine Tragedie of Titus Andronicus.
Beiden waren op schoone muilezels gezeten, terwijl de bediende een derden ezel aan den toom medevoerde, welke met een paar manden was beladen. Toen men het kamp was genaderd, steeg de Moor af en naderde eerbiedig buigende het gezelschap zonder echter dien slaafschen eerbied ten toon te spreiden, welke aan vele Mooren eigen is.
Daarop sprak het meisje overweldigd door haar onverwacht geluk aldus: "Het is geen kasteel, maar het zijn tenten; dat zij alle vervloekt worden! Ziet gij daar niet op de vlakte die zijden vlag wapperen? Daar is het paviljoen van den Moor zelf.
Over »De Moor Calaynos« hebben wij reeds gesproken, evenals over »Gayferos« en »Melisendra«. Daarop volgt »De Droom van Vrouwe Alda,« volgens Lockhart een van de schoonste balladen van Spanje. Ik kan mij met dit oordeel niet vereenigen en geef verre de voorkeur aan »Admiraal Guarinos,« dat in een mooi en martiaal rhytme is geschreven. Guarinos was een admiraal van Karel den Groote.
TITUS. Lang was ik raad'loos en alleen om u. Wees welkom, Furie, aan mijn weevol huis! Gij, Vrouwenkracht en Moord, weest ook recht welkom! O, wat gelijkt gij op de keizerin, Gij op haar zoons! Een Moor alleen ontbreekt; Kon heel de hel zoo'n duivel u niet leev'ren?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek