Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 mei 2025


Mme de Warens zag veel menschen, Rousseau organiseerde huiselijke muziek-avondjes, ook werd er wel comedie gespeeld, salonstukjes vol intrigue, als toen in de mode waren. Over den adel begon hij heel anders te denken dan vroeger; zijn republikeinsche strengheid verslapte, zijn oude afkeer van de aristokraten leek hem in dien tijd dwaas en overdreven: hij heeft dit uitgesproken in een weinig bekende brief in verzen uit het jaar '41, "l'Epitre

Hij had verder plan om een soort sensitivistische theorie der moraal te schrijven, maar daarvan stond nog weinig op papier; en ook nog een verhandeling over opvoeding. Mme de Chenonceaux, de schoondochter van Mme Dupin, had hem daarom gevraagd, als een leiddraad voor de opvoeding van haar zoon, en hij had veel over 't onderwerp nagedacht, als elkeen die de menschheid gelukkig wil maken.

Aan Mme d'Epinay schreef hij van uit zijn nieuwe woning, "niets is zoo eenvoudig en zoo noodzakelijk, Mevrouw, als weg te trekken uit uw huis, wanneer ge niet wenscht, dat ik er blijf." Toen zonk hij in elkaar. Zijn oude vrienden had hij voor goed verloren, ofschoon de eigenlijke breuk met Diderot wat later kwam.

Nu wilde het toeval, dat een zoon van dokter Tronchin, die èn als geneesheer van Mme d'Epinay en Voltaire èn als broer van den procureur-generaal, den schrijver der "Lettres de la Campagne," bij Rousseau bijzonder verdacht moest zijn, in Londen bij Hume logeerde. Sedert Rousseau dit wist hij zelf was toen reeds niet meer te Londen stond het voor hem vast, dat Hume met zijn vijanden heulde.

Zoo was de atmosfeer aan alle kanten met elektriciteit geladen. Toen kwam de vonk. St. Lambert werd van de innige verhouding zijner geliefde, met Rousseau op de hoogte gebracht, en, zeer natuurlijk, stelde men hem die voor als een liefdes-verhouding. Mme d'Houdetot vertelde het onder tranen aan Rousseau. Deze bedacht zich geen oogenblik: dat had Mme d'Epinay gedaan.

Hij weigerde absoluut in te gaan op het voorstel van Mme d'Epinay dat hij voor niets zou wonen, zij van haar kant wilde geen huur aannemen; eindelijk kwamen zij overeen dat hij 't loon van haar tuinman, die vlak bij de Hermitage woonde en misschien eenige kleine diensten aan 't huishouden bewees, voor zijn rekening zou nemen.

Zij hield warm van Rousseau, zij waren nu tien jaar vrienden, zij koesterde zich graag in de teederheid van zijn vriendschap, hoezeer zij ook aan haar minnaar hing. Het feit, dat Rousseau vol grieven zat tegen dien minnaar, was natuurlijk weer een grief van Mme d'Epinay tegen hem. Zij deed dien zomer wat zij kon om een breuk tusschen de twee mannen te voorkomen.

In den nacht van den 9den Juni 1762 kwam de kamerdienaar van de hertogin hem waarschuwen: het hof had zijn arrestatie gelast voor den volgenden morgen zeven uur. Hij ijlde naar het kasteel. Mme de Luxembourg lag te bed.

Wij klopten aan, Mme Rousseau deed ons open. Zij zeide: "kom binnen, heeren, mijn man is thuis." Wij gingen door een klein voorkamertje, waar huishoudelijke benoodigdheden stonden, netjes opgeruimd, naar het vertrek waar Rousseau met een lange jas aan en een calotje op muziek zat te kopieëren.

Om de nieuwe geliefde verwaarloosde hij de oude vriendin ten eenemale: men zag hem bijna niet meer op de Chevrettes, waar de gasten hem plaagden en zich vroolijk maakten over den philosooph die al grijze haren kreeg en nu verliefd was als een schooljongen. Een verwende vrouw als Mme d'Epinay kon 't noode verdragen, verwaarloosd te worden.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek