Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 mei 2025
Het verlangen is vuur, doch hoop onze koele schaduw! liefkoozend suizelen wij om uw hoofd, want gij verstaat ons, omdat de liefde uw boezem bewoont.” Bronnen en beekjes borrelen en klateren: „Beminde, ga niet zoo snel voorbij, zie in ons kristal, uw beeld leeft in ons, minnend bewaren wij het, want gij hebt ons verstaan!” In jubileerende koren zingen en kwetteren kleine bonte vogelen. „Hoor naar ons, hoor naar ons, wij zijn de vreugde, de zaligheid, de verrukking der liefde!” Doch smachtend ziet Anselmus uit naar den heerlijken tempel, die zich ver in de verte verheft.
Een geschuifel in den gang stoorde het minnend paar in hun zoet geluk. Het was de oude Isaäc, die terugkwam, beladen met verschillende Moorsche kostuums. In het kort verhaalde nu de kapitein, toen Rebecca zich op een wenk van hem had verwijderd, wat er in zijne afwezigheid had plaats gehad. En schoon de Jood zeer verwonderd was, gleed eene duidelijke uitdrukking van vreugde over zijn gelaat.
Hij fluisterde haar in het oor: »Daarbuiten in den maneschijn heb ik Helena aan de borst van Gorgias haar verlangen naar haar grootouders zien stillen!" en zij klapte daarbij in de handen, en zeide glimlachend: »Zóó gaan in deze woestenij de goede oude zeden verloren. Een minnend paar te storen bij hunne eerste ontmoeting!
Een smachtend verlangen is voor een minnend hart ook vergif, en dáárvoor is het tegengif: een goede tijding.« Met een lachend gezicht liet zij nu haar lieveling alleen, doch nauwelijks was zij in de open lucht, of er kwamen diepe rimpels in haar bruin voorhoofd, en zij bleef een poos peinzend stilstaan.
"Mij dunkt, dat 't Japikje is ...." "Met een vrijer." "Was maar wat vroeger gekomen, dan had jij haar eerder gezien." "Stil! stil! ze hoort ons." "Ze zijn daar menaer aan 't smokken." "Mien dunkt dat ook." Ze slopen weg, als twee vossen, die niet bij een kippenhok kunnen komen. Ze liepen met groote passen over het Ellertsveld, den genadenloozen lach van het minnend paar achter hen.
Dat de vrouwen in deze romans op den voorgrond treden, is reeds uit het voorgaande gebleken; duidelijker nog blijkt het, indien men er op let, hoe de aandacht die vroeger alleen of voornamelijk den man geschonken werd, nu in beslag wordt genomen door een minnend paar. Wie aan FLORIS denkt, kan BLANCEFLOER niet vergeten; PARTONOPE
Aan zijne zijde had zij genoten van een heerlijk, bedwelmend, verblindend geluk zonder wederga, waarvan de wereld nog altijd met benijdende verbazing gewaagde. Aan zijne zijde wenschte zij, als alles voorbij zou zijn, in het graf te rusten, en de wereld te dwingen het minnend paar, Antonius en Cleopatra, met eerbiedig medelijden te herdenken.
Wit lag de heide, Bevroren vóór haar; Groen was de heide, En bloeiend achter haar. Uit gouden lokken Schudde zij bloemen, Uit haar kleed'ren Schudde zij zuidenwind, Rondom in de berken Wekkend de lijsters, Makend kuische vrouwen zeer Naar hun helden verlangend, Minnend, minnegevend, Kwam zij naar Scoring.
Soms, in onbeschrijfelijke uren, zooals ieder minnend hart er heeft, waarin hij slechts redenen van smart vond en evenwel een onduidelijke rilling van vreugd gevoelde, zeide hij bij zich zelven: "'t Zijn haar gedachten, die tot mij komen?" Dan voegde hij er bij: "Mijn gedachten komen misschien ook tot haar."
Was het een voorspellend gezicht, de gemartelde lijken die in het verschiet voor zijne blikken heendreven? Hij was wel ongelukkig, de arme ridder. Waar bevonden zich Dakerlia en zijne zuster? Welk was hun lot? Zou hij hen nog ooit wederzien? Deze onzekerheid pijnigde hem verschrikkelijk, en deed zijn minnend hart bloeden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek