Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 juni 2025
Het geheim dat, eilaas, tegen mijnen wil mij is ontsnapt, zal ik opsluiten in mijn lijdend hart. Wees gelukkig, Robrecht.... O, mijn God, Placida Van Woumen uwe vrouw! Ik zou ze zien aan uwe zijde, op de plaats die.... Zinnelooze droom die mij de zinnen ontstelt! Vaarwel, mher Sneloghe; bekreun u niet om mij: laat mij ziek worden, verkwijnen, sterven!"
Een open zakdoek, die nevens hem lag, scheen te getuigen dat hij tranen had gestort. Robrecht en de proost aanschouwden elkander een oogenblik zonder spreken. "Oom, wat afschuwelijke misdaad!" riep mher Sneloghe. "Ja, ja, Robrecht", zuchtte de oude Bertulf, moedeloos het hoofd schuddende, "Het is misschien ons aller doodvonnis!
Het verwonderde hen in het eerst, maar toen zij meer genaderd waren, herkende Willem eenen der beide ruiters als zijnen dienaar. Deze hield zijn paard voor zijnen meester staan en zeide: "Heer burggraaf, ziehier een man die u zoekt; hij komt van Atrecht en heeft eene haastige boodschap van mher Godevaart Van Belle voor u." "Komt gij van het leger?
Hij kan dit oorlof niet blijven weigeren. Zoohaast ik in de stad ben, zal ik naar de plaats vernemen waar jonkver Wulf en uwe zuster zich bevinden, en ik zal wel eenig middel uitvinden om er u van te berichten. Ik ken vele ridders en bezit invloed genoeg bij mher Gervaas om de arme jonkvrouwen tegen den verrader Disdir Vos te beschermen."
"Ja, wij weten waarom mher Sneloghe den graaf wil sparen", wedervoer Burchard. "Het is ter gedachtenis van zijnen vader zaliger, die een vriend van Karel was. Ik zie het aan als eene slecht begrepene dankbaarheid, en herhaal hier met eene vaste overtuiging: die Karel van Denemarken is een bedrieger, een valschaard.
Ondertusschen staken de anderen bij de tafel, op eenen wenk van Burchard, de hoofden bijeen en beraadslaagden geheimelijk over hetgeen hun te doen stond; want dat mher Sneloghe zou weigeren, daarvan achtten allen zich zeker. Disdir Vos keerde tot zijne makkers en zeide: "Vergeefsche moeite, heeren. Ik zelf begin te twijfelen of onze vriend Robrecht niet zou kunnen gelijk hebben.
Nu zal Rijkaard Van Woumen ons zeker een onverzoenbare vijand worden?" "Toch niet, heer oom", antwoordde Robrecht. "Men heeft jonkver Placida doen veinzen dat zij dit huwelijk door eigene beweging verbreekt, om ons geene redenen tot vijandschap tegen mher Van Woumen te geven. Placida heeft mij zelfs verzekerd dat haar vader u zal komen spreken om zich bij u te verschoonen."
"Mijn tijd is kort; hoor met aandacht, jonkver Wulf, wat ik u te melden heb ... De ridders, door den koning benoemd om mher Sneloghe en zijne gezellen te vonnissen, gaan in de Loove vergaderen. Het is slechts veinzerij, om in schijn ten minste te voldoen aan de voorwaarde door de Kerels op hunne overgaaf gesteld. Men zal zelfs zich niet gewaardigen de Kerels te onderhooren.
"Niemand kan twijfelen aan uwen moed. Gij hebt zoovele schitterende bewijzen uwer onversaagdheid gegeven. Nu zijt gij reeds oud. Ik ben behendig en sterk. Stem toe; laat mij de eer van Dakerlia's vader wreken!" "Ik dank u om uwe dienstvaardigheid, mijn vriend Sneloghe", sprak mher Wulf.
Terwijl mher Sneloghe daar bij de tafel zat en in verslondenheid den gevaarlijken toestand der zaken overdacht, stonden achter St-Janskapelle twee mannen, die in stilte doch met zekere driftigheid van hem spraken. Nevens den muur der kapelle, was de duisternis nog dikker; geen mensch hadde kunnen zien dat iemand zich daar bevond; evenwel hadde men ze kunnen hooren, want zij spraken zeer stil.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek