Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 juli 2025


Zoo.... dacht hij; eindig ik óok eens.... Op de laagste præcinctio, bij de poort, die hij uit zoû gaan, wierp hij zijn laatsten blik. Zoo, dacht hij weêr; eindig ik ook.... Morgen.... Of overmorgen.... In het geheel leêge, overregende Theater, in de stralen-doorstriemde schemering, die de tragische lucht neder sloeg, stond nòg, geheel alleen, Martialis te staren op het einde van "Laureolus"....

Edele Plinius! begroette haastig Martialis wie hem geroepen had en de trappen af daalde: een nog jonge man, treffend aanzienlijk, fijn van trekken, voornaam, beminnelijk, aristocratiesch van stem en gebaar, dat zich even met rechterhand beeldde uit zijn breede, blanke toga. Wees gegroet!

De namen van de ædilen zoo groot mogelijk, Tryfo, zoo groot mogelijk! Goed dan, dominus; zeker, Martialis; de eigennamen iets grooter dan, met iets meer rood er tusschen? Maar ædilibus curulibus? Zoo laten, zoo laten, meende Martialis. Ja, zoo laten, meende de dominus, en de jongens bauwden na: Zoo laten! Niet met grootere letters: ædilibus curulibus!

Maar Martialis tastte in den plooi van zijn gordel: Hier heb je dan de laatste, die je nog niet gelezen hebt en die je dan niet bij de boekhandelaars in het Argiletum hoeft te koopen. En Martialis gaf Cecilius een dun, zeer klein, perkamenten boekje, in dien vorm, waarin kleine, luchtige litteratuur verscheen, in onderscheid met de lange rollen, van meer gewicht en pretentie.

Wij zijn er, zeide Plinius en hij opende de oogen; Martialis ook; en Cecilius schudde Cecilianus wakker.... In de villa van Laurentum wachtten zijne gasten Plinius af.

Hij vond er een kruik vol wijn.... En de jongens, in de schemering, die viel over den weg, aten gulzig, zwijgend, gewiegeld op het rhythme der dravende dragers. Terwijl Martialis, over hen, ernstig in de kussens, achter in den draagstoel, zwijgend ook, zijn vijf epigrammen dichtte....

Een droge ziel, dacht Martialis. Jong, maar droog en hij daar voor mij, wijs, maar ouderwetsch....

Hij wist hoe ze aan zich te hechten, zei Martialis; hij stond ze, in de arena, dikwijls beiden na een tweekamp het leven toe. En gaf ze de rudis daarna, hun afscheidsstaf en eerbewijs.... Ze houden allen van hem.... De Prætorianen zijn verdeeld, fluisterde Frontinus. Dus? vroegen Tacitus en Juvenalis, begeerig. Frontinus schetste een gebaar van niet weten.

Edele Frontinus, begroette Martialis den proconsul; het is mij een vrèugde u weêr te zien! Herinnert ge u hoe wij beiden verleden zomer over poëzie spraken, in uw villa te Baïæ en samen lazen, bij Anxur....? Weet ge, ik heb er een epigram op gemaakt, zoo als ik op alles epigrammen maak.... Ge begrijpt, een beminnelijk epigram.... Het is opgenomen in mijn laatste bundeltje....

Martialis, na plichtpleging, steeg. Hij zette zich, half liggend, de arme epigrammendichter glimlachend genietend het mollige kussen. Plinius volgde hem. Komt binnen, knapen, noodde Plinius met de hand. Wij, heer? aarzelde Cecilius en Cecilianus wees op zich, vragend. Komt binnen....

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek