Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 oktober 2025
Den 23ste dito is in Groningen overleden die trouwelooze Graaf van Rennenberg, Stadhouder van Groningen, enz.; zynde door eene knaaginge zyner confidentie geheel uitgeteert van mismoedigheid en berouw, om dat hy de Staaten Generaal zo ontrouw had behandelt; wordende begraven in St. Martens Kerk, in 't choor.
Martens avond een witte Zwaan, een Capoen, en een kanne Wyn, en zouden voor altoos eene misse houden in 't Kapittelhuis, en een brandende lampe voor 't geheele geslachte.
Hans kuierde dus langzaam, heel langzaam voorbij de werkplaats en nam voor Baas Martens in 't voorbijgaan deftig den hoed af. De baas liet de bijl in 't hout rusten, stak de handen in de zakken, hield zijn hoofd een beetje op zij en bekeek Hans van top tot teen. Toen met een guitig knipoogje: "Ben je 't of ben je 't niet, jongeheer? Lang niet kwaad, dat hoedje.
In den jaare 1482 wierd het groote en vermaarde laatste verbond tusschen de stad Groningen en Ommelanden voor den tyd van 40 jaaren gemaakt. Waar na Stad en Lande heeft gefloreert, en in rykdommen toegenomen. Waar op voorts de hooge en zwaare St. Martens tooren is voltrokken .
Maar dat was mis de jongens hadden door Baas Martens van 't geval gehoord, en nu vonden ze 't natuurlijk veel te mooi, om Hans niet eens duchtig te plagen. In een oogenblik stonden ze dicht om hem heen. Eerst was het roepen van: "Heb je het touwtje al in je zak?" of "Ben je ook moe van het trekken?" of "Waren de erwtjes al opgekomen?" en al zulke plagerijen meer.
En dan onderwijl naar het timmeren kijken, naar 't schaven en boren en zagen en spijkeren, de lekkere lucht van 't versche hout te ruiken, jongens, dat mocht Hans zoo graag. Jammer, dat er een "maar" bij was, een leelijk "maar." Je moet weten: Baas Martens kon nooit laten een grapje met de menschen te hebben. O, hij mocht ze zoo graag eens met het ernstigste gezicht van de wereld wat wijsmaken.
De predikant Martens had hem in de konsistoriekamer een onverbeterlijken idioot genoemd. 't Was een groote, sterke jongen van 18 jaar, die als een reus tusschen de andere jongens zat, en al meermalen het saaie lokaal met onderdrukt gejubel over zijn grenzenloos dwaze antwoorden had vervuld. De proost zelf begon te twijfelen.
Voor niets zou hij nu misschien te laat thuiskomen en op den koop toe nog door iedereen worden uitgelachen. 't Was verschrikkelijk! O, die leelijke Martens, die .... En van boosheid gooide hij zijn mooien hoed op den grond en barstte in tranen uit. 't Kan den beste overkomen, dat hij eens gefopt wordt. Je moet maar denken: dat is eens, maar nooit weer!"
Deze geslachtsnamen op ens zijn wel te onderscheiden van sommige namen die dezen zelfden uitgang vertoonen, zooals Martens en Feltens, maar die eenvoudige tweede-naamvalsformen zijn op s, en dus tot de groep behooren die in § 37 behandeld is. De mansvóórnamen, waar deze geslachtsnamen aan ontleend zijn, gaan op zich zelven reeds uit op en.
En 'k wil er nog bijvertellen, dat Hans van dien tijd af heel wat voorzichtiger werd, dat hij heel wat minder geloofde en heel wat meer nadacht. Het lesje, dat hij gekregen had, hielp o zoo goed. Ja, ik hoorde voel later Baas Martens eens zeggen: "'k Heb aan' jongeheer Hans lang niet zooveel plezier meer als vroeger: toen kon ik hem alles wijs maken en nu is 't heelemaal uit met de grapjes."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek