Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juni 2025
De rechteroever van de Pasig loopt langs de handelswijk, in haar geheele lengte doorsneden door een groote straat, de Escolta, die voor Manilla is wat het Strand voor Londen, en de Avenue de l'Opéra voor Parijs is. Daarna volgt de chineesche wijk Binondo. Eindelijk breidt zich rondom deze kern, waar alleen vreemdelingen en rijke Philippino's wonen, een breede kring uit van inlandsche dorpen, een waar woud van hutten van bamboes, op palen gebouwd en met nipabladeren gedekt, het riet uit dit land. Het aantal inwoners van de heele stad is meer dan 200
Wij kenden wel den gewonen weg, per paketvaart naar Singapore, van daar naar Hongkong en dan naar Manilla, maar wij wilden coûte que coûte Singapore vermijden, deze zoo weinig interessante, heete stad, alwaar wij met op bovengenoemde wijze te reizen drie dagen zouden moeten verblijven, om de aansluiting naar Hongkong met een goede boot te krijgen, en dan, wij wilden zoo gaarne zonder veel tijdverlies nog wat meer van onze koloniën zien.
Nog dien eigen avond was ik te Malabang, een stadje van ongeveer vier honderd inwoners, half Philippino's, half Moro's. De gebrekkige inrichting van het scheepvaartverkeer dwong mij hier tot een derde periode van werkeloosheid, in afwachting van een boot voor Manilla, die Malabang aandeed.
Laat men er toch voor waken dat die inlichtingsbureaux er nooit komen, wij hebben er nooit anders dan ellende van ondervonden op allerlei wijze. De kapitein had ons gezegd dat wij Vrijdagmorgen niet vroeger dan elf uur in Manilla zouden zijn, daarom maakte ik 's morgens geen haast om vroeg uit mijn bed te komen.
Wij waren verbaasd over alles wat wij hier hooren en zagen. Elk kind dat om de een of andere reden de moedermelk moet ontberen en ziek of gezond is, kan in dit lokaal gebracht en hygiënisch gevoed worden. Hier komen daags 70 zuigelingen en tien zulke lokalen bestaan in Manilla.
Onze dagen zijn geheel bezet en aan 't eind der week hadden wij reeds een goeden kijk op de Amerikaansche wereld in Manilla en op de wijze hoe die zich hier het leven aangenaam en nuttig weet te maken.
Wij bleven juist twee volle dagen in Hongkong. Ons plan toch was om nog van het goede weder te profiteeren en zoo gauw doenlijk naar Manilla af te reizen, omdat wij in Hongkong toch terug komen. Wij gingen daarom Maandagmorgen direkt naar het kantoor van Cook om inlichtingen in te winnen omtrent de beste booten die deze week naar Manilla zouden vertrekken.
Men berekent den regenval hier niet in inches, maar in voeten; zooveel voet regen is er gisteren gevallen, vindt men 's morgens in de couranten vermeld. Manilla staat dan ook reeds voor een deel onder water, met schuitjes moeten de menschen, die in dat deel wonen, zich over straat voortbewegen.
Met het oordeel van Coen stemde Lam volkomen in. Aan de bewindhebbers schrijft deze: "Mijne Ed. Heeren staet te considereren ende rijpelijcke toverwegen hoe hoognoodigh het is de tocht naar Manilla van jaer tot jaer werde gecontinueert" ; niet alleen, zooals hij zegt, om de schade, die men daardoor aan den handel te Manila toebracht en omdat men op die wijze de Chineezen dacht te dwingen de vaart op de Philippijnen te staken en die naar Bantam te verplaatsen, maar ook omdat hij daarmee allen toevoer naar de Molukken hoopte te beletten. Dat hij hierdoor ook Manila zelf trof en dat dit, wat trouwens van zelf spreekt, juist in zijne bedoeling lag, zegt hij duidelijk in een brief aan de bewindhebbers, waarin hij meedeelt, dat twee Hollandsche schepen vóór Manila kruisten om de jonken aan te halen, wat, zoo schrijft hij, van belang is, omdat uit de groote tollen, die de Chineezen betalen, de Spanjaarden hun voornaamste inkomsten putten nl. 150.000 realen van achten buiten de 250.000 realen die het hoofdgeld der Chineeschen inwoners hun opbrengt, terwijl bij dit laatste nog niet eens is gerekend, hetgeen de winkelhouders nog moeten betalen. "De Chineezen", gaat hij voort, "zijn te Manila over de 30.000 sterk en betalen in alles wel 500.000 realen van achten" . Van de twee schepen, waarover Lam hier spreekt, kan ik er slechts één noemen, namelijk De Oude Son, die wij in het vorige hoofdstuk hebben verlaten op weg naar Cochin-China. Na gezamenlijk met De Galjas een vergeefsche poging te hebben aangewend om een kraak, die naar Macao bestemd was, buit te maken, voer den 9en Maart 1618 De Oude Son opnieuw naar Manila, terwijl De Galjas den 28en Maart naar Cochin-China zeilde. Dezen keer was De Oude Son gelukkiger. Den 4en Mei veroverde zij een groote Chineesche jonk, den 8en Mei nog een en kort daarop nog zes kleine, waarna het met dezen rijken buit, waarvan de waarde f
De Negritos waren reeds naar de bergen van het binnenland terug gedrongen; de mohammedaansche Maleiers, sedert onder den naam van Moros bekend, waren op Soeloe, op Palawan en eenige andere punten van den archipel gevestigd; zij hadden zelfs te Manilla een eigen rijk gesticht, Tondo genaamd, dat al spoedig voor de spaansche wapenen bezweek.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek