Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 juni 2025
Ik geloof, dat hij, ten gevolge van de kennismaking met mijn mes, te sterk bloedde om goed te kunnen zien, want hij zeide: Houd hem vast, Manach! wat deze tamelijk goed deed. Ik lag met mijn gezicht op zij. De tromp van zijn pistool raakte den slaap van mijn hoofd. Ik wierp het hoofd in den nek en hij brandde los.
Zij hadden uw hulp noodig, en moesten dus wel stil zijn. En een was er bij, dien ik kende. Manach el Barscha? Ja. Hij was vroeger ontvanger van de personeele belasting in Uskub. Moet gij hem nog ontzien? Hij is toch afgezet! Ja, maar hij behoefde toch geen bandiet te worden! Toch is hij het. Hebt gij wel eens van de beide Aladschy's gehoord? Heel dikwijls.
Volkomen juist! was ook Manach el Barscha van oordeel. Wij wachten, tot zij slapen, en overvallen ze dan, verondersteld altijd dat het rottekruid van mijn broer het werk al niet voor ons heeft gedaan. Rottekruid? vroeg Mubarek. Hebben ze dat dan werkelijk ingenomen? Ja. Ik sprak dat met Habulam af, toen ik kwam zeggen dat zij op komst waren.
Er zijn heden vijf mannen heen gereden, die iets misdadigs in hun schild voeren, wat wij verhinderen willen. Ze moeten met de veerpraam overgevaren zijn. Ah! Kan er ook een zekere Manach el Barscha bij geweest zijn, die vroeger ontvanger in Uskub was? Juist. Dan heb ik ze gezien. Ik stond bij het veer, toen zij kwamen.
Is niet uw broeder Manach el Barscha, de afgezette ontvanger van Uskub, gisteren in de vroegte, bij u geweest, om u onze komst en ook die zijner genooten te berichten? Dat moet gij gedroomd hebben; ik heb geen broeder!
Wij gingen niet door het dorp, en in vijf minuten had hij ons op de plek gebracht en nam toen afscheid. Hem de hand reikende, vroeg ik, om de hoofdzaak niet te vergeten, hoeveel mannen van daar weggereden waren. Zij waren met hun vijven, maar alleen Manach el Barscha, den broeder van Habulam, kende hij.
Ik begon hem nu voorzichtig over zijn heer uit te hooren, en ik kwam het navolgende te weten: Habulam was de broeder van Manach el Barscha, den wegens verduistering voortvluchtigen ontvanger der belasting. Daarom was mij het gezicht van Habulam zoo bekend voorgekomen, want hij geleek sprekend op zijn broer.
De een was de Mubarek en in een der anderen herkende ik, toen het wat lichter was geworden en wij reeds op weg waren, Manach el Barscha, de vroegere ontvanger der belastingen te Uskub. Zij wilden naar Taschköj en vroegen mij of ik den weg daarheen kende. Ik antwoordde toestemmend, en nu verzochten zij mij hen daarheen te brengen en beloofden mij een goede belooning van tenminste 30 piasters.
Maar vertel nu verder, Halef! Deze verhaalde: wat er verder gebeurd is, weet gij even goed als ik. Ik haalde Manach in en pakte hem van achteren beet. Hij deed een geweldigen sprong zijwaarts, rukte zich weer los en ik viel op den grond. Ditmaal was hij verstandiger dan vroeger. Hij wierp zich op mij en pakte mij bij mijn keel.
Was dat werkelijk het geval, dan ook stond het vast, dat Murad Habulam een hoofdman van deze rooverbende was. Hij, die podagra veinsde te hebben, was zoo goed ter been, dat hij door dit verschrikkelijke weer hierheen kon loopen. Hij zat recht tegen mij over. Aan zijn beide zijden zaten zijn broeder Manach el Barscha en Barud el Amasat.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek