Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 juni 2025
Maar heeft zij schoon linnen? Hielden de Thénardier's haar zindelijk? Hoe voedden zij haar? Ach, wist ge hoe ik geleden heb, toen ik, in den tijd mijner ellende, mij al deze vragen deed. Nu is 't voorbij! Ik ben verheugd! Ach, hoezeer wensch ik haar te zien! Hebt ge haar mooi gevonden, mijnheer de maire? Niet waar, mijn dochtertje is schoon? Ge moet het wel koud in de diligence gehad hebben?
Mijnheer Madeleine scheen zich eenige oogenblikken te bedenken, toen zeide hij met kalmen ernst: "Neen, zuster, ik moet haar zien. Er is misschien haast." De geestelijke zuster scheen het woord "misschien" niet op te merken, dat een vreemden, duisteren zin aan de woorden van mijnheer den maire gaf.
En binnensmonds mompelde hij: Verklikker, ja; van het oogenblik af, dat men van de politie misbruik maakt, is men niet meer dan een verklikker. Toen boog hij zich diep en ging naar de deur. Daar wendde hij zich om, en met steeds neergeslagen oogen, zeide hij: "Mijnheer de maire, ik zal den dienst waarnemen tot een ander in mijn plaats is." Toen verwijderde hij zich.
"Ik moet u nog iets herinneren, mijnheer de maire." "Wat?" "Dat ik mijne afzetting wensch." De heer Madeleine stond op. "Javert, ge zijt een man van eer en ik acht u. Ge overdrijft uw fout. 't Is overigens weder een beleediging, die mij alleen aangaat. Javert, gij zijt waardig op te klimmen, en niet af te dalen. Ik vertrouw, dat ge uw post wel zult willen behouden."
Sinds het onderhoud begonnen was, had hij aan niets anders gedacht, maar hij wist zelf niet, waarom hij 't niet durfde vragen. "Is uw paard vast op de voorpooten?" vroeg de heer Madeleine. "Ja, mijnheer de maire. Als de weg afloopt moet ge 't alleen een weinig inhouden. Zijn er veel hoogten en laagten in den weg, dien ge gaat?"
"Nu, wat is er? wat hebt ge, Javert?" Javert bleef een oogenblik, als overdenkend, zwijgen; toen verhief hij zijn stem met een soort van sombere plechtigheid, die echter zonder gezwollenheid was. "Er is een schuldige daad gepleegd, mijnheer de maire." "Welke daad?" "Een ondergeschikt dienaar van 't gezag heeft op erge wijze den eerbied aan een overheidspersoon gekrenkt.
"Maar..." "Ga," zei mijnheer Madeleine. Javert ontving den stoot staande, van voren, midden in de borst als een Russisch soldaat. Hij boog diep voor mijnheer den maire en ging heen. Fantine trad ter zijde van de deur en zag hem verstomd aan, toen hij haar voorbijging. Maar ook zij was aan een zonderlinge ontroering ter prooi.
Hoe het zij, toen mijnheer Madeleine het woord ik had gezegd dat men gehoord heeft, zag men den politie-inspecteur bleek, koud, met blauwe lippen, met wanhopigen blik, het geheele lichaam door een inwendige siddering aangedaan, zich tot mijnheer den maire wenden en met nedergeslagen oog, maar vaste stem, de schier ongeloofelijke woorden tot hem zeggen: "Mijnheer de maire, dat kan niet."
't Kan dat monster van een maire niet zijn! Zijt gij 't, goede mijnheer Javert, die gezegd hebt mij in vrijheid te stellen! O, weet ge, ik zal u iets zeggen en gij zult mij laten gaan! Dit monster van een maire, deze oude schoft, is van alles de oorzaak. Verbeeld u, mijnheer Javert, hij heeft mij weggejaagd! ten gevalle van een hoop babbelaarsters, die in de werkplaats allerlei praatjes hielden.
Dat alles had tijd gekost; Fantine was reeds langer dan een jaar in de fabriek geweest, toen de opzichtster der werkplaats haar op een morgen vanwege mijnheer den maire vijftig francs ter hand stelde, met de boodschap, dat zij niet meer tot de fabriek behoorde en haar, namens den maire, uitnoodigde het oord te verlaten.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek