Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 7 juli 2025


Wij kunnen niet denzelfden heer Ferrars bedoelen." "We bedoelen geen ander dan hem," riep Lucy glimlachend.

"Geen wonder dat u verbaasd staat," ging Lucy voort; "want natuurlijk hadt u er niet het flauwste vermoeden van; hij zal er wel geen woord over hebben losgelaten tegen u of uw familie; want het moest altijd een diep geheim blijven en ik weet wel, dat ik het tot nu toe ook trouw heb bewaard.

Zij kon niet nalaten te glimlachen bij het zien van de beminnelijkheid, door moeder en dochter ten toon gespreid tegenover iemand, want Lucy werd met bijzondere onderscheiding behandeld, die zij, wanneer ze evengoed op de hoogte waren geweest als zijzelve, liever zouden hebben willen vernielen; terwijl zij, die betrekkelijk machteloos was tegenover hen, erbij zat, en opzettelijk door beiden werd veronachtzaamd.

"O wel ja, natuurlijk doet u dat." Elinor wilde haar door verder tegenspreken niet haar zin geven. "'t Is toch maar prettig, dat Mevrouw Dashwood u allebei zóó lang kan missen!" "Zóó lang?" kwam Mevrouw Jennings tusschenbeiden. "En ze zijn pas hier!" Lucy was tot zwijgen gebracht. "'t Spijt mij, dat we uw zuster niet zien, Juffrouw Dashwood", zei Anne.

Wat Mevrouw Ferrars zou zeggen en doen, scheen wel allesbehalve twijfelachtig; maar zij was er toch benieuwd naar, en nog veel meer benieuwd, hoe Edward zelf zich zou gedragen. Met hèm had zij medelijden; met Lucy heel weinig, en dat weinigje riep ze met moeite te voorschijn; met de anderen in 't geheel niet.

Ik ben ook eenigszins bij de zaak betrokken, zoo goed als u; want Lucy Steele is mijn nichtje, en ik geloof, dat er geen beter meisje in de wereld is te vinden, géén, die 't zoo goed waard is, een besten man te krijgen." John Dashwood was zeer verbaasd; maar hij had een kalme geaardheid, zou niet licht aanstoot nemen, en wenschte niemand te beleedigen, vooral niet iemand met geld.

Zoodra ze weer in het rijtuig zaten, wilde Mevrouw Jennings alles hooren; maar daar Elinor zoo min mogelijk dingen wilde verder vertellen, die, om te beginnen, door ongeoorloofde middelen te harer kennis waren gekomen, beperkte zij zich tot de korte mededeeling van die bijzonderheden, welke zij begreep, dat Lucy, terwille van haar eigen waardigheid, gaarne algemeen bekend zou zien.

Die lichte aanwijzing was voldoende; Lucy was onmiddellijk op haar hoede en antwoordde: "Neen, neen, u hebt het mis; ik wachtte alleen maar om te weten, of u mij ook noodig hadt bij uw spelletje, anders was ik al aan het werk geweest. Ik zou voor geen geld van de wereld het lieve engeltje teleurstellen; en als u mij nu liever aan de speeltafel zet, dan maak ik het mandje af na het souper."

Zij gaf het oogenblikkelijk terug, terwijl zij de gelijkenis erkende. "Ik heb hem nooit mijn portret ervoor in ruil kunnen geven," ging Lucy voort, "en dat spijt mij geducht; want hij was er altijd zoo op gesteld het te hebben. Maar ik ben van plan het te laten maken, zoodra de gelegenheid zich voordoet." "Daar hebt u gelijk in," antwoordde Elinor bedaard. Zij liepen een poosje zwijgend verder.

Ik weet waarlijk niet, wat ik zou zijn begonnen zonder uw vriendschap!" Elinor trachtte iets beleefds te antwoorden, ofschoon zij vreesde, dat het haar slecht gelukte. Het scheen Lucy echter te bevredigen, want zij ging voort: "Ja, ik weet, dat u oprecht voor mij gevoelt, en na Edward's liefde, is dat mijn grootste troost. Die arme Edward!

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek