Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 mei 2025
»Blijf hier," zeide Lucie, »om ons te beschermen!" doch Frits Jansen schudde het hoofd. »Een overwinning op Jameson is de beste bescherming," zeide hij, »maar die overwinning moet volkomen zijn en vernietigend!" Hij keek naar de klok. »Hoe lang zult ge hier vertoeven?" vraagde tante Martje, die wel begreep, dat haar kind niet zou blijven.
Maar hij zag 't en hij ging 't begrijpen door goed te letten op de moeder zelf, hoe ze naar Lucie keek en hoe ze stil voor zich uit keek en de houdingen waarin ze zat; de moeder was niet eigenlijk-melancholisch, ze was verwend, ze was gaan houden van klagen om de zachte voldoening die 't gaf beklaagd te worden en meelijdend aangekeken, en innigjes gekoesterd.
Misschien kwam 't doordat Lucie op haar leek, maar dat was toch zoo erg niet, ze had heel andere oogen, maar wel die zelfde regelmatige trekken om neus en mond, en 't hooge, blanke voorhoofd....
Toen hadden ze ook haar plaats opgezocht en hij had gebogen en was teruggegaan naar de zijne, tusschen Lize en Lucie. Daar zat hij dus nu, wat landerig en stil in 't eerst, soezig luisterend naar 't stemgegons, trachtend den wrevel van teleurstelling weg te praten in zich zelf. 't Was immers heel natuurlijk! Waarom zou hij nu juist naast haar gezet zijn, nonsens, nonsens!
Dat laatste had Lize Schot gehoord. "O! ik ook," zei ze dadelijk. "Engelsch! heerlijke taal, hè? En kent u 't land ook? Bent u er geweest?" "Nee," zei Lucie, "ik ben er nooit geweest." "O, ik wel!.... 'n heerlijk land!.... 't Eiland Wight, hè, verrukkelijk!.... En al dat spelen wat ze doen op die groote groene velden daar, tennis, crocket, football...."
Zóó, verbeeldde hij zich, moest een kunstenaar te moede zijn, die een nieuw werk voelt, rijp geworden in zijn ziel, en al proeft als wijn in den mond de stemmingen die 't maken hem geven zal. Dien avond nog schreef hij een briefje aan Lucie. Dat hij haar spreken moest en niet wachten kon tot Zondag.
Want dat was immers onnoodig, iedereen wist toch wie hij was, iedereen zag 't immers aan hem, zooals zij 't gezien had, dadelijk.... Maar Bernard vond 't een beetje benauwend, dat ook. Dat zij, vervoerd door liefde, hem bewonderde, goed!.... maar anderen lachten daar natuurlijk om. O! hij zag 't zoo precies aan hun gezichten van geroutineerde hypocrieten. Lucie scheen 't nooit te zien.
Ze was heelemaal op en onwel van vermoeienis. 's Avonds, toen ze samen in de waranda zaten, praatten Bernard en Lucie over haar moeder. "Ze schijnt wel héél zwak te zijn," zei hij. "Dat is 't," antwoordde Lucie, "de minste inspanning pakt haar zoo aan. En ik weet zeker dat ze nu weer een paar dagen zal hebben van die akelige slapte en droefgeestigheid.
"O! Bernard," zei ze glimlachend, "als je wist hoe dat kind van den winter...." "Sst, sst! stil toch ma," viel Lucie haar blij-blozend in de rede, "ik moet 'm dat nog allemaal vertellen...." Maar Bernard moest nu naar zijn oom en tante, 't Was al laat genoeg! Maar hij zou heel gauw terugkomen.
Zij zwaaiden naar mij met hun armen en op hun verhitte gezichten en in hun stralende oogen glom reeds bij voorbaat ondeugende pret. Is ze daar! riep de Groote Dichter mij toe. En de Groote Schilder zond kushanden door de lucht, terwijl de Groote Musicus pathetisch galmde: "Oh bel ange, ma Lucie!" De jonge dames giegelden en lachten.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek