Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 juli 2025


De ijmker legde met een bewonderend gebaar er zijn hand op. "Dit is heelemaal een bedenksel van Hetty," zei hij. "Voor zoo iets moet je de Londensche meisjes hebben. In het seizoen rijdt zij er iedere veertien dagen mee naar stad; propvol gaat het weg, en geloof maar, dat ze geen honing weer mee terug brengt. Ik weet het niet, maar die meisjes hoorden van naam te veranderen."

Hij heeft iets in zijn zak, waarmee hij het oudje verrassen zal, als hij gaat zitten bij zijn boterham met kaas en komkommer en het groote glas bier, dat al van elf uur af op hem hebben staan wachten. Verliefde jongens en meisjes van de Londensche straten zijn in hun volle glorie op Bank Holiday.

Hoe ben-je toch in die kerk gekomen? vroeg hij. Op die woorden antwoordde ik met de vurigste verzekeringen van mijne onschuld. Maar hij zag mij aan en haalde de schouders op; toen ik voortging met te bezweren, dat ik niet in de kerk geweest was, ging hij naar de deur en mompelde, terwijl hij zich nog even naar mij omwendde: Wat zijn ze toch verdorven, die Londensche straatjongens.

Ik weet geen anderen schrijver, die dit zoo sterk heeft gekund en bewezen, dat voor het Realisme de realiteit zelve volkomen ontbeerd kan worden, dat het al verbeeldings-werk is, hetzij men vertelt van de feeënwereld of van de Londensche straat.

Menig liefdetooneeltje in de Londensche parken is even idyllisch en teeder en even oprecht, als welke liefde ook, door dichters bezongen, en de vrijage van den boerenknecht is vaak even poëtisch en eerbiedig als die van den jongen hulpprediker, die honigzoete woordjes fluistert in het oor van des vicars dochter tusschen de rozen van haar vaders tuin, in het licht van de eerste bleeke avondsterren.

Thans dringt de roode zonne-gloed door de Londensche ochtend-schemering. Zij beschijnt zeer vele menschen, maar ik durf wedden, dat niet één hunner op een vreemdsoortiger wandeling is dan gij en ik. Hoe nietig gevoelen wij ons met al onze eerzucht en begeerten bij het aanschouwen van de groote elementaire krachten der Natuur! Zijt gij goed op de hoogte met Jean Paul?" »Dat gaat nogal.

Londensche gelieven, die behooren tot de klasse van zoo elkaar zoekenden, als de avondzephirs fluisteren onder de boomen, hebben niet veel gelegenheid tot hofmakerij in hun eigen thuis. Er zijn daar al te veel luidruchtige kinderen en ruwe buren in den omtrek, en nergens vinden ze een spoortje romantiek.

In deze beide schouwburgen heeft men individueele kunstenaars gehad, die geslaagd zijn in hun publiek en elke Londensche schouwburg heeft zijn eigen de gestemdheid levend te maken, tot welke alle kunst zich richt. Wat gestemdheid is dat? Niets anders dan ontvankelijkheid.

En hij toonde een gebouwtje, dat veel had van een stuk speelgoed uit een Neurenberger doos, hetwelk door een kinderhand op een heuveltje geplaatst zoude zijn. Dat speelgoed met zijnen uiteenloopenden bouwtrant geleek evenveel op het Londensche Parliament-House als de kathedraal van Montréal op de Sint Pieterskerk van Rome zou gelijken, maar dat kon onze reizigers weinig schelen.

Van daar de zinspreuk, die het nog altijd in zijn vaandel draagt: Primus in Indiïs. Intusschen had zich ongeveer terzelfder tijd, onder bescherming van Colbert een Fransche Compagnie gevestigd. Zij had hetzelfde doel als de Compagnie van de Londensche kooplieden. Wat wonder dat uit die mededinging een strijd van belangen geboren werd.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek