Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 juli 2025
Haar loktoon is een luide, ongewoon lang gerekte, met "tsie" overeenkomende klank; haar gezang wordt door Naumann zeer eigenaardig met stamelen vergeleken. Gedurende den zomer voedt ook de Rietgors zich bijna uitsluitend met Insecten, die in het riet of in en op het water leven; in den herfst en in den winter eet zij zaden van riet, zeggen, biezen en andere moerasplanten.
Onder het vliegen hoort men zelden hun geluid, het minst nog over dag, deze tijd schijnt voor de rust bestemd; het meest opgewekt zijn zij tegen den avond en kort na zonsondergang. Vooral dan hoort men, als de wind het geluid niet verzwakt, hun op "oeïeb oeïeb oeïeb oeè, oeè" gelijkenden loktoon. De Stormvogeltjes zijn, naar het schijnt, buitengewoon zachtzinnig van aard.
De stem van den haan verschilt vrij aanmerkelijk van die van de hen en biedt vooral bij deze nog al eenige verscheidenheid aan. Als de jongen, hoewel nog tot een kluft vereenigd, geslachtsrijp geworden zijn, roepen zij "tieh" of "tiehtie"; later voegen zij nog een derden klank aan hun loktoon toe, zoodat deze dan als "tiehtieh-tiehtie" of als "tieh tieh-tiete" klinkt.
Vooral den Luipaard volgt zij dikwijls mijlen ver en maakt, dat hem menige buit ontgaat. Als loktoon en waarschuwend sein laat zij een schel "pienk pienk pienk" hooren, dat door een luid gesnater wordt gevolgd. Haar voedsel bestaat uit Insecten en vruchten. In China wordt deze soort soms in de kooi gehouden en met rauw vleesch, jonge of kleine Vogels, Insecten en dergelijke stoffen gevoederd.
Deze sierlijke Hoenderen worden als wild zeer hoog geschat. Hoewel zij moeilijker te jagen zijn dan de Patrijzen, houden de Amerikanen zich gaarne met deze jacht bezig. De Boomkwartel wacht den Hond niet af, maar tracht, wanneer hij gevaar bespeurt, zich loopend te redden en vliegt eerst in den uitersten nood, gewoonlijk voor de voeten van den jager op. Nog moeielijker wordt de jacht, als de Vogels zoo gelukkig zijn het woud te bereiken, omdat zij hier na het opvliegen gewoonlijk in een boom gaan zitten en zich op een dikken tak plat neerdrukken, waar zij zelfs voor het oog van den geoefenden jager verborgen zijn. Daar zij echter gehoor geven aan den loktoon, kan ieder, die het geluid van het mannetje of het wijfje weet na te bootsen, een flinken buit behalen. In Amerika maakt men om Boomkwartels te vangen veel liever gebruik van strikken en netten dan van vuurwapens. Men gaat in gezelschap te paard door de velden, lokt van tijd tot tijd, om de plaats waar de Vogels zich ophouden, te leeren kennen, plaatst het net en rijdt nu, een halvemaan vormend, op den zwerm toe. De Kwartels loopen, zoo goed mogelijk gedekt, over den bodem weg en komen, als zij goed gedreven worden, geregeld in het net. Op deze wijze vangt men soms 16
Dadelijk klauterde hij vergenoegd bij een zilverspar omhoog en scheen goed tevreden te zijn, hoewel hij telkens naar mij omkeek. Toen ik weggaan wilde, liet hij zijn loktoon hooren, vloog mij na en klemde zich aan mij vast. Telkens als ik hem wegwierp en hoe ver ik dit ook deed, altijd wist hij mij terug te vinden, zoodat ik eindelijk wel genoodzaakt was hem weer mede naar huis te nemen.
Als de loktoon van den grond komt, vliegen alle onmiddellijk naar beneden, zetten, zoodra zij den bodem bereiken, onverschillig of het wijfje dan zichtbaar is of niet, den staart waaiervormig op, buigen den kop naar achteren, totdat hij tusschen de schouders ligt, laten de vleugels hangen en geven door de zonderlinge standen en geluiden, die wij van de tamme Kalkoenen gewoon zijn, hun opgewondenheid te kennen.
Op hunne andere begaafdheden valt niet te roemen. Hun gezang mag ternauwernood dezen naam dragen, omdat het niet veel anders is dan een voortdurende herhaling van den wanluidenden en krijschenden loktoon met een daartusschen ingevoegd geratel en gekras. Hierdoor reeds wekt hij belangstelling, die echter tot bewondering stijgt, wanneer men op de pracht van zijn vederenkleed let.
In opgewonden toestand of als de Vogel iets ziet, dat hem verdacht voorkomt, worden de veeren van de kruin opgericht en de uitgespreide staart schoksgewijs opgewipt. Zijn loktoon gelijkt eenigszins op dien van onze gewone Musch."
Soms vertoont hij zich aan den top van een halm om van hieruit zijn wereld te overzien. Als hij rustig zit, is de staart loodrecht omhoog en soms ook wel over den rug naar voren gericht; bij snellen loop heeft de staart een horizontalen, achterwaartschen stand. In den paartijd hoort men van het mannetje een kort, maar aangenaam gekweel; de loktoon is een zacht gesjirp.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek