United States or Gabon ? Vote for the TOP Country of the Week !


Nu en willic hier niet langer duren: Reinout, vaert met haesten sere, Ende segt Lanseloet uwen here, Dat hi nemmermeer en peinse om mi. O edel vrouwe, van herten vri, Na dien dat aldus wesen moet, So biddic u, edel vrouwe goet, Om een litteken, dat ic mach Metter waerheit segghen, dattic u sach Ende ghesproken nebbe, ende ghesien. Reinout, dat sal u ghescien.

Ay hemelsche coninc, gheweldich here, Dats litteken proper ende goet, Daer bi dat icx gheloven moet. Nu segt mi, Reinout, en si dan doot? Ja si, hoghe gheboren ghenoot, Ende begraven in die eerde. Lanseloot beclacht hier Sanderijn ende blijft hier doot. O, Sanderijn, ghi waert die gheerde, Die scone met haren bloemen stoet, Ende ic die valcke, dies benic vroet, Die ene bloeme daer af nam.

Brachti mi goet litteken van haer Te bat soudix gheloven dan. Lanseloet, hoghe gheboren man, Ic sal u segghen principael Een litteken proper ende noyael Dat mi gaf die vrouwe reen. Si seide mi, dat ghi onder u tween Stont in enen sconen groenen bogaert, Ende dat daer quam van hogher aert Een edel valcke van groter weerde Ende beete neder op ene geerde, Die scone met haren bloemen stoet.

Ic sal u gheven prinsepael Een litteken proper ende noyael. Ghi selt segghen den ridder vri, Dat wi stonden, ic ende hi, In enen sconen groenen bogaert, Ende dat daer quam van hogher aert Een edel valcke van hogher weerde, Ende beete neder op ene gheerde Die scone met haren bloemen stoet.

Of we krijgen wonderen te aanschouwen die heel wat irreëler en bovennatuurliker zijn dan de reuzen en dwergen van Chrestien: er wordt u een slot voorgetoverd in plaats waarvan er plotseling een dorre heide verschijnt; een meer, als dat waarin de »Dame du Lac" woonde en dat dan weer een bos blijkt te zijn; stemmen, opschriften die een waarschuwing of een voorspelling bevatten, onzichtbare handen die iemand trekken of terughouden, die iemand een slag met een zwaard op de schouders geven, of die als de geesten der spiritisten, iemand in de wang knijpen, zo dat er een litteken van blijft zitten.

Ende daerna quam die valcke weder Ende sochte die geerde op ende neder, Maer hi en mochse vinden niet: Dies doghede die valcke wel swaer verdriet, Dat hi die geerde niet en vant: Dit litteken, coene wigant, Gaf mi die vrouwe vri. Ende doen keerdese haer anschijn van mi, Ende sprac daer na nemmermeere.

Aan het oppereinde der tafel zat Mijnheer Robert, Graaf van Artois, hij was reeds in hoge ouderdom, echter nog in de volle kracht des levens; een litteken, dat een deel zijner rechterwang misvormde, getuigde zijner dapperheid in de krijg en gaf aan zijn wezenstrekken nog meer hardheid.