Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 juni 2025


Overal in zijn kunst wordt Chrestien door zijn persoonlikheid in twee verschillende richtingen getrokken. Er is een realisties nuchter verstand in hem dat het vreemde element assimileert aan wat hem familiaar is en bekend, het hoge aan het lage. Maar er is ook een drang naar het ideale in hem die hem steeds zijn onderwerpen doet opsmukken, verfijnen en veredelen.

Dit oud sprookjes-motief is bij Chrestien een bewijs van Parzival's naïeveteit en onbeschaafdheid; hij heeft de waarschuwing van Gurnemanz om zijn vraaglust niet te veel bot te vieren, al te letterlik opgevat en laat alle merkwaardige dingen gebeuren zonder de vraag te stellen die men van een gast die zijn wereld kent had mogen verwachten.

En dit zal Chrestien òf niet hebben begrepen òf niet hebben kunnen gebruiken, in plaats waarvan hij met al het formalisme van een ceremoniemeester, een heel simbool maakt dat Lancelot liefde boven riddereer stelt, wat per slot van rekening toch maar een kleine inbreuk was op de riddergewoonten: dat hij in een kar reed in plaats van te paard.

Ook dat kunstmiddeltje had Chrestien van de romans geleerd die de antieken nabootsten. Maar duidelik heeft de lyriek der Provençaalsche troubadours hier ook als voorbeeld gediend; meer dan één van de monologen van Chrestien's minnaars is niets dan een lied der troubadours in acht-lettergrepige verzen omgezet.

Reeds in de Aeneas-roman zagen wij dat de lange retoriese tiraden van Virgilius tot levendige, voortdurend afwisselende vragen en antwoorden geworden zijn, hier bij Chrestien zijn het dialogen geheel in de trant van een blijspel, b.v. die van het Mysterie van Adam, uit dezelfde tijd, waarin Eva door de slang verleid wordt.

Maar met dit frivole realisme mengt zich, evenals bij Chrestien, overal in de Artus-romans een sentimentele vrouwenverering en een hooggespannen gevoel van riddereer. Drie broeders, koningszonen, rijden het bos door en de één vraagt de ander wat hij doen zou als zij nu de schone dochter van de waard bij wie zij 's nachts gelogeerd hadden, eens alleen in het bos aantroffen.

Maar waar de perceptie zo nauwkeurig en uitvoerig te werk gaat, is geen plaats voor die scala van gebeurtenissen en episoden waar de lichtvoetige fantasie der Bretonse vertellingen zich zo gemakkelik over beweegt. Met die zelfde innerlike drang tot klaarheid die men later ook bij Racine en het Frans klassisisme opmerkt, verstaat Chrestien de kunst zijn stof te simplificeren.

De Fransman heeft het nuchtere soliede gevoel voor de werkelikheid van de Latijnse naties; met al zijn zintuigen leeft hij in het uiterlike leven mede dat hij evenals zijn medemensen neemt zoals zij zijn en hij heeft daarenboven een sosiaal simpatiek karakter, dat zich in de gemoedsbewegingen zijner personen inleeft, en levendig alle scènes dramatiseert: de aanleg van de Franse geest voor roman en drama doet zich bij Chrestien reeds duidelik kennen.

Vooral is de vrouwenverering en de liefde heel wat zoetsappig-sentimenteler bij Hartmann dan bij Chrestien.

Het is duidelik dat de dichter zelf, met al zijn gevoel voor de nuchtere werkelikheid voor goed in de mysteries der Keltiese sagen-wereld bevangen is geraakt; Chrestien zowel als zijn lezers voelen dat wij ons hier eigelik in de onwerkelike wereld van het hiernamaals bevinden.

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek