Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 juni 2025
Toen vroeg hij mij waar ik dan vandaan kwam. Ik vertelde hem van Liliput en Blefusku en toen keek hij angstig en sprak zachtjes met den eersten stuurman, die naast hem stond. Daarop vroeg hij mij vriendelijk of ik mij ziek voelde en of ik soms groote gevaren had doorstaan.
Deze verhalen waren van mond tot mond gegaan, en daarom was de verbazing niet zoo groot als destijds in Liliput. Ja, een aanzienlijke Blefuskunees, die vloeiend Liliputsch sprak zei zelfs: "Ik had mij u veèl grooter voorgesteld!" Hij en nog een andere heer hadden de vriendelijkheid mij den weg naar de hoofdstad te wijzen. Deze hoofdstad heet, even als het geheele eiland, Blefusku.
De geheele vloot van Liliput en ook het heele leger onder opperbevel van den keizer verzamelde zich dus zoo snel mogelijk in de haven, maar toen zij mij zagen en ik uitriep: "Lang leve keizer Bimbul, de overwinnaar!" kende het gejuich geen grenzen en de Liliputters maakten nu ook juist zoo'n leven als de vogels aan het strand.
Hij verzocht mij hem een uur lang gehoor te willen geven; ik verklaarde mij daartoe gaarne bereid, legde mijne rechterhand op den grond, wat een beleefdheidsvorm in Liliput was en zeide: "Wilt u maar zoo vriendelijk zijn binnen te komen?" Toen tilde ik hem zoo hoog op, dat hij gemakkelijk en zonder dat hij behoefde te schreeuwen met mij kon spreken.
Het keizerrijk Blefusku lag ten Noord-Oosten van Liliput en tusschen beide landen was een kanaal ter breedte van 800 el, dat de vorm had van een hemdsmouw. Ik had het nooit gezien, omdat ik nog niet aan de Noord-Oostzijde van Liliput was geweest, en nu liet ik mij met opzet daar niet zien, omdat ik voor de Blefuskuneezen niet wilde weten, dat ik in Liliput was.
Toen ik geland was liepen natuurlijk de menschen van alle kanten toe, om mij te bekijken, maar het opzien dat ik verwekte was niet zoo groot als ik had verwacht. Natuurlijk hadden de gezanten en ook vroeger de bemanning van de vloot bij hun terugkeer uit Liliput van mij verteld en mij nauwkeurig beschreven.
Natuurlijk verzweeg de bode wijselijk dit gedeelte van de aanklacht, dat over mijne vriendelijkheden tegenover Blefusku handelde en over mijne weigering Blefusku te vernietigen en alle dik-eiïgen te dooden. De afgezant van Liliput verklaarde, dat ik, wanneer ik niet binnen twee dagen zou terugkeeren den titel van "Nardak" zou verliezen en tot hoog- en landverrader zou worden verklaard.
De verheven heerscher van Liliput hoopte en verwachtte in het belang van het in standhouden van den vrede en uithoofde van de uitstekende betrekkingen van de beide innig-bevriende mogendheden, dat zijn verheven, en hem goed gezinde broeder, de keizer van Blefusku, den staatsmisdadiger aan handen en voeten gebonden, zonder verwijl zou uitleveren.
In weerwil van de vriendelijke opname, die ik in Blefusku had gevonden, voelde ik mij toch niets in mijn schik. Zou ik hier nog weer eens hetzelfde moeten mede maken als ginds in Liliput? Het einde zou dan ook wel weer hetzelfde zijn!
Ik trok rustig verder met de vloot, die zich als een waaier achter mij uitstrekte. Toen ik buiten schot was bestreek ik mijne wonden met eene geneeskrachtige zalf, nam mijn bril af, wachtte, toen ik in het midden van het kanaal gekomen was, totdat de vloed eenigszins gedaald was, en ging toen naar de haven van Liliput.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek