Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 juli 2025
"Ik? wel nee!" lacht Willem, uit zijn gemijmer ontwakende, "maar, als ik het was, zou je dan wel altijd bij zoo'n prins willen blijven?" "Jawel" zegt Sander. "Waarom?" "Om ditte!" zegt de jongen en likt nog langs den rand van den grooten chocoladekop. "Hadtje dit nooit geproefd?" Het ventje grinnikt, alsof hij wil zeggen: "Dat kun je begrijpen."
Nu eens likt zij, dan weder luist zij hem; zij drukt hem tegen haar hart of neemt hem tusschen hare twee handen, om hem beter te kunnen beschouwen, en plaatst hem dan weder tegen hare borst, of wiegt hem in hare armen, als wilde zij hem in slaap wiegen. Na korten tijd wordt de jonge aap iets onafhankelijker.
Tegen de menschen is Moustique, zoo noemt men in het gezin den luipaard, alleraardigst; hij zoekt menschelijke aanraking, gaat liggen aan de voeten van zijn meester of meesteres, wrijft zich aan alle beenen en schuift als een poes langs de rokken der dames, met hoogen staart en krommen rug en onder een gezellig snorren of spinnen van voldoening, en likt daarbij graag iemand de hand of het gezicht.
Een andermaal vindt ge een hertje in 't bosch verstopt zooals het in het volgende hoofdstuk beschreven is en ge staat er versteld van dat het niet wegspringt, maar zonder de minste vrees op u afkomt, uw handen likt, u achternaloopt en verlangend, droevig blaat, wanneer ge weer gaat.
Toen ik tot acht uur of half negen of negen uur ik weet het niet precies meer stil in mijn bed had gelegen, telkens schreiend van diep berouw, maar wellicht nog meer uit medelijden met mijn arme zelf in mijn bitter treurigen toestand, kwam mijn Moeder bij mijn bed. Ik nam haar hand en kuste die, zooals een geslagen hond naar zijn meester kruipt en diens hand likt.
Maar 't iene het ie zóó dat 'et 'eboren was likt en opgnapt, maar het zwartje het ie leggen leten; en ie wou 't niet leten zuigen ook, of we mosten hem vasthouen; en nou leten we 't dan mær zoo drinken uit 'n trekpotje. 't Is mær het akelekst dat het overal veuligheid doet." "Jæ," herneemt de boer, "en mot meneer de kalven niet rais kaiken?"
Deze houdt veel van haar kind, likt het schoon, bestuurt zijne schreden, begroet het met vriendschappelijk geblaat, roept het bij zich, houdt zich, zoolang zij zoogt, met haar lieveling in de holen van de rotsen verborgen.
Likt zich de kat tegen het haar in, dan komt er onweer. Is het borstbeen van de gans doorschijnend, dan beduidt dit helder weer en vorst. Ook de roode vlekken op dit been hebben hunne beteekenis: vlekken op het voorste gedeelte voorspellen vorst in den voorwinter, op het achterdeel in den nawinter.
"Ier ebje de bakker, die de bolle blaas, toe, toe, toe, daar 'aal de bakker de warme bol uit de oof, daar kom de broodweker en 't brood week onkelukkik een beetje te likt: daar kom de diender en pak de bakker mee daar kom de dufel en wil 'm ook meê pak. Mijn mottie wees, neen mijn mottie wees. Jij sel 'm niet eb. Ik sal 'm eb.
Sahwersa åmmon eng god heth, ånd en ôther likt that thermête that i him thêran vrfate, sa mot-i thåt thrja vrjelda. Stêlth-i jeta rêis, thån mot hi nêi tha tinlânum. Wil thene bistêlne him fry jêva, sâ mêi-r thåt dva. Tha bêrth et wither sa ne mêi nimman him frydom jêva.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek