Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 juni 2025
Toen Thonarr weer: "Zeg mij, Weetal, o, ik twijfel niet, of ge zult het mij zeggen met welken naam wordt in iedere wereld de nacht genoemd." En Weetal: "Bij menschen nacht en nevel bij goden, masker bij wijze Wanen, lichtloos noemen de Reuzen hem, slaaplust de Alfen, wij, dwergen: wever van droomen." Thonarr keek weer naar het Oosten, waar nu een lage lichtstreep lag.
Wij waren nog met ons tweeën, een duistere man en ik, toen wij aankwamen waar de vrouw ons wees, in een nauwe steeg. Het was een eenkamerig huisje met een zolder. De vrouw opende de deur en sprong met een gruwel weer achteruit. De schijn van het verlicht vertrek sloeg ons verblindend in de oogen en viel in een breede lichtstreep in de donkere steeg en op de vrouw die daar huiverend staan bleef.
In storm en donkere nachten hadden zij op de steenen voor het kleine boogvenster gezeten, waar een lichtstreep viel; en hun wilde kreten hadden den bleeken man daar binnen er toe gebracht een kruis te slaan en de oogen op te heffen van de duistere plaats in Tacitus naar het crucifix aan den witten wand.
Haar blik was hard, gewoon-hard, en de lichtstreep, die de lampeklaarten op heur gladgestreken haar leiden, en bewoog geen steke naar achteren noch voren. Ze sprak: God hebbe zijn zielken. Het lieveken is gelukkig.
Maar weldra schoof men den zwaren steen op de opening, en het licht werd langzamerhand uit dat somber verblijf uitgesloten. Ik weet wel, dat het dit was dat mij bijzonder aandeed, en dat ik met belangstellende aandacht de zwarte schaduw verder en verder over het deksel sluipen zag, totdat zij de laatste lichtstreep had verzwolgen. Maar het moest zoo zijn.
Stil bukt de vrijwilliger het hoofd en jubelt niet mee. Zijn korte adem zwoegt en hijgt, zijn handen beven, zijn zwakke beenen weifelen en knikken onder hem. In doodsche stilte gaat hij een eind verder op den rand der loopgraaf zitten en staart over den langzaam-aan wegsomberenden horizont. Het lange, lage, rose schijnsel aan den einder is slechts een vale lichtstreep meer.
't Is wel zeker dat ze zich daarbeneden, in die zijkamer, moet bevinden, denkt hij, terwijl hij onder de boomen van het marktplein staande, naar een venster tuurt, waarvan de blinden nog niet vast zijn gesloten, zoodat er in 't midden een groote lichtstreep naar buiten glanst. Is ze daar? Alleen? Ronner doet een paar schreden terzij, en, schrikt dan geweldig.
Toen wij de boot verlieten, zochten wij onzen weg bij het licht der sterren, dat een zachten, liefelijken glans verspreidde; toen we den top van den berg hadden bereikt, waren de sterren echter bijna allen verdwenen, en aan den horizon vertoonde zich eene smalle lichtstreep, die langzaam roodachtig getint werd.
Voordat hij aanklopt aan de deur, die in het schier geheel duistere bovenportaal bijna onzichtbaar is en alleen door een flauwe lichtstreep onder aan den drempel wordt aangeduid, trekt hij zijn jas een weinig naar beneden, slaat zijn natten hoed een paar malen uit en strijkt de enkele haren, die aan zijn slapen welken, glad.
Zij vlogen voort, de grillig beschaduwde duinvlakte gleed onder hun blikken weg en breeder en breeder werd de lichtstreep. De groene kleur der duinen week, vaal zag het helm en vreemde, bleekblauwe planten groeiden er tusschen. Nog een hooge heuvelreeks, een lang gestrekte, smalle zandstrook en dan de wijde, ontzaglijke zee.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek