Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 juni 2025
„Èngenèm weer vèndèg”, klinkt het verder uit den mond des bezoekers, die intusschen zijn gebulten hoed afneemt en voorzichtig nederzet, terwijl hij zijn stokje er naast legt of tegen den kant der toonbank doet leunen.
Zij is het die per slot van rekening het initiatief neemt, maar echt op de manier van jonge meisjes, met allerlei omwegen: levensmoede gaat zij tegen hem aan leunen en laat haar hoofd op zijn borst nederzinken, zodat hij haar met zijn arm omvat. »Wat scheelt er aan?" vraagt hij. »»L'amer" is het dat mij wee doet"; en nu spekuleert hij er over welke drie betekenissen dat woord hebben kan.
Dit gezegd hebbende, sloop hij tusschen het hakhout, en, een der hem bekende slingerpaadjes ingaande, kwam hij weldra niet verre van de plaats, waar Joans wederpartij, in een grooten mantel gewikkeld, tegen zijn paard stond te leunen.
Wil je niet leunen tegen mij? Nou, zei Cecilianus. Ik leun nu maar tegen Cecilius.... Heb hem zoo lang niet gezien. Ja.... zei Cecilius; zoo lang elkaâr niet gezien.... Ze lagen stil tegen elkaâr. Zij sloten samen de oogen. Ik zal wat spelen, zei Zozimus. Hij nam een dwarsfluit uit zijn borst. Hij floot zacht. De jongens lagen over den grond, tegen den muur, als sliepen zij.
Hij rustte, omgeven door een vredig volk, dat dagelijks in stoeten aan hem voorbijtoog, met kniebuiging en handkus naar Oostersche zede. In purper gehuld lag Juliaan in een vensternis te leunen, terwijl zijn gedachten aldoor bezig waren met zijn vroeger jagersleven.
Hij maakt schutterige bewegingen, trekt herhaaldelijk zijn hoofd terug, slaat wild met zijn handen om zich heen, of, als hij van harder metaal gesmeed is, gaat hij steil rechtop zitten, waar hij los en rustig moest blijven leunen en luistert met een allerpijnlijkste beleefdheid en een half oor, zoodat de stroom van welsprekendheid onmiddellijk opdroogt, en hij zich even welkom gaat voelen als Banquo's geest op Macbeth's gastmaal.
Vuurpook en tang leunen tevreden tegen hun standertje, de kolen liggen rustig in den bak, de asch valt melancholisch door den rooster, de sneeuw op het dak wacht met geduld den tyd van smelten ... all things on their right places ... Maar de eerlyke JACOB DE VLETTER zit in het tuchthuis. En heel veel boeven, die daar wezen moesten, zitten er nog altyd niet.
Tusschen de groote versperring en de hooge huizen, die den achtergrond der straat vormden, was een ruimte van omstreeks twintig schreden, zoodat de barricade gezegd kon worden tegen deze huizen te leunen, die alle bewoond, doch van onder tot boven gesloten waren.
Thuis gekomen, was Talleyrand, die onder dezen aanval roerloos tegen een schoorsteenmantel was blijven leunen, zóó geducht ontdaan, dat hij een flauwte kreeg. Dat hij in ongenade was gevallen, bleek hem den volgenden dag nog duidelijker, toen Napoleon hem zijn sleutel van opperkamerheer deed terugvragen en dezen schonk aan den heer de Montesquiou.
Nu begreep hij plotseling, dat zij naar hem moest verlangen, dat zij aan de waarheid van zijn telegram twijfelen zoû. Hij zag haar van hier voor op haar ziekestoel zittend, onrustig, zonder te leunen, haar blikken zoo vreemd, naar voren, zooals zij kijken kon in uren, dat zij een verdriet voorzag en wel zeide dat te voelen naderen als een aankomende krankzinnigheid.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek