Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 mei 2025
Het werd ook Illyria Barbara genoemd, en nog in twee kustlanden onderscheiden: Liburnia, het noordelijk deel, van Histria tot aan den Titius, en Dalmatia in engeren zin, tusschen de rivieren Titius en Drilon. De bevolking van dit kustland leefde van jacht, visscherij, veeteelt en ook van zeeroof. Dientengevolge kwamen zij bij herhaling met de Rom. in botsing.
Waartoe zou het mij, arme kreupele, dienen naar Engeland terug te keeren, of mij zelf aan mijn vroegere kameraden bekend te maken? Zelfs mijn verlangen naar wraak kon mij daartoe niet bewegen. Ik had liever dat Nancy en mijn oude kameraden zouden denken, dat Henry Wood dood was, dan dat hij nog leefde en met behulp van een stok langs den grond kroop als een chimpansee.
Maar de prins, geheel opgaande in zijn gedachten, leefde buiten hetgeen hem omringde. Ik wil gaan, ik wil gaan, en zoeken, tot ik zal hebben gevonden: de Liefde, het hoogste geluk ... fluisterde hij voor zich heen. Stil en plechtig als een ledige kerk was het bosch: een ledige kerk waarin alleen een onzichtbare geest heiliging ademt.
Er werden reeds de noodige maatregelen voor deze reis genomen, want de kolonisten waren vast besloten het Rotshuis niet meer te betreden, voordat hun doel bereikt was: zij wilden vooreerst de boeven verjagen en Ayrton vinden, indien hij nog leefde; in de tweede plaats hem ontdekken, die zoo blijkbaar een beslissenden invloed op het lot der kolonisten uitoefende.
Waren zij daar niet meer, dan kon hij er toch inlichtingen krijgen betreffende haar lot. In het diepst zijner ziel leefde een stille hoop, die hem daarentegen allereerst naar de ouderlijke woning trok. Door Simonides wist hij dat Amrah nog leefde. Haar opzoeken en van haar hooren wat zij wist, moest zoo spoedig mogelijk geschieden.
In den tijd, dat Cesar Octavianus, toen nog niet Augustus genoemd, het Romeinsche Rijk regeerde als lid van het Triumviraat, leefde er in Rome een edelman Publius Quintius Fulvius, die een zoon van hem, Titus Quintius Fulvius, wonderbaar begaafd, naar Athene zond om philosophie te studeeren en hem zeer aanbeval bij een edel man Cremetes, zijn oudsten vriend.
"Zoo leefde ik tien jaren." In 't begin van die stormachtige tienjarige periode woonde Tolstoi op het land.
De grootvader van den jongen was een oude marinematroos geweest, en zoolang hij leefde, had hij elken dag van Karlskrona verteld, van de groote oorlogswerf en van alles, wat daar in de stad te zien was. Hier voelde de jongen zich heelemaal thuis, en hij was er blij om, dat hij nu dat alles, waarvan hij zooveel had gehoord, te zien zou krijgen.
Zijn moeder vroeg hem: "Wat komt ge hier doen?" Deze knaap leefde in ontbering van alle liefde, gelijk bleeke grasscheuten in de kelders bij gemis van alle licht. Hij leed er niet onder en nam het niemand kwalijk. Hij wist eigenlijk niet hoe een vader en een moeder zijn moesten. Zijn moeder beminde evenwel zijn zusters.
Wat zouden ze een pleizier gehad hebben als ze geweten hadden, wie ik werkelijk was! De edellieden uit de omgeving zouden mij beleedigd en vernederd hebben en de boerenbevolking zou veel aan eerbied voor mij hebben verloren. Er verliepen zes jaar, waarin ik zeer gelukkig met don Manuel leefde.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek