United States or Guyana ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar wat doet het er eigenlijk toe, wanneer een dergelijk man sterft, die toch nooit geleefd heeft? Daar hebt ge nu dat prachtige beeld van den wijze. Waanzin is begeerenswaard. Daar kwaken mij echter weer die kikvorschen uit de Stoa tegen: Niets is rampzaliger dan waanzin. Maar een groote mate van zotheid komt of zeer dicht bij waanzin, of is zelf veeleer waanzin.

Daardoor ontstaat een helsch lawaai, ongeveer alsof iemand op een groote bastrompet gaat oefenen, of als het gebrul van een os of het kwaken van een reuzenkikvorsch. Het waren heel bijzondere heiligdommen, bepaald zeer werkzame schrikmiddelen voor oningewijden.

Tusschen elke twee dwarsschotten wonen tusschen twintig en vijftig eenden samen. Wat de eenden van de meeste menschen onderscheidt, is: dat de eerstgenoemden kwaken. Als de eenden kwaken, zou het lichtvaardig zijn, zoo maar vast te stellen: nu zeggen zij dit, of: thans beweren zij dat.

Op straat hoorde men nu eens snelle schreden, dan enkele woorden van een gesprek of den galop van een paard. Van den kant der voorstad drong van tijd tot tijd de melodie van een draaiorgel door, nu eens een bekend lied uit de Ukraine, dan weer de een of andere »Aurora-Walzer." De kikvorschen in den Kaukasus brengen een geluid voort, dat niets gemeen heeft met het kwaken van onze kikvorschen.

Op de een of andere manier moeten die koeienoogen daar iets mee uit te staan gehad hebben. En dan begon 't te schemeren, de kikkers gingen kwaken, één ging er vreeselijk te keer, vlak bij mijn schoen, m'n eene voet lag bijna in de sloot. Andere hoorde je zachtjes, ver, heel ver weg. Een koe, die je nauwelijks meer kon zien in de halve duisternis, hoorde je 't gras afschuren.

28 als dáár was: zoodat als de Tabernich of de Pietrapana er op gevallen ware, het ook aan den zoom geen krak hadde gegeven. 31 En gelijk de kikvorsch staat om te kwaken met den muil buiten het Water, wanneer het huiswijf vaak van het aren lezen droomt;

De kastanjeboom had, toen hij haar bij haar dood wilde vereeren, zijn toewijding op die wijze geopenbaard. De Stille Pijnboom. Keizer Go-Toba, die een vreeselijken hekel had aan het kwaken van kikvorschen, werd op zekeren dag gehinderd door een pijnboom, die door den wind werd bewogen.

Aan alle kanten is slechts water, in slooten en plassen en vaarten. Buiten de pier en de beide wegen van Edam en Monnikendam, is alles water of moeras. De eenden, die bij duizenden tusschen houten hekwerk gehouden worden, kwaken onafgebroken. Het plaatselijke leven concentreert zich op de pier, waar de mannen rondloopen bij het gebouw van den vischafslag.

Onze eenden kwaken niet eens in vijftien dagen, of het dreige te regenen of niet. Geen vogel op Wildenborg, die piept of zingt! Ik ben niet doof; ik hoor den vink wel, die zingt in den appelboom; maar het is een trekvogel. Blijft hij in deze vermaledijde streek, dan zal hij haast voor altijd zijn liedje vergeten.