Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 5 juni 2025


Vroegtijdig begaven wij ons echter naar onze vertrekken, want, zoowel mijnheer Krüger als ik, gevoelden ons toch vrij aangepakt door de geleden vermoeienissen. Zesde Hoofdstuk. Kerstmis op Upolu

Na zijn vertrek, zeide ik tot de beide heeren: "Die soldaten-inlanders maken inderdaad een zeer aangenamen indruk en zijn zeker geen tegenstanders, die men niet behoeft te ontzien, daar zij met de nieuwste geweren gewapend zijn." "Zij zijn in werkelijkheid minder gevaarlijk dan men denken zou, beste Arendt," antwoordde mijnheer Krüger.

Na ons met een kop sterke koffie verkwikt te hebben, begaven wij ons, onder geleide van Frans, weer op weg naar onze plantage, over de heuvelen en door het woud, daar de zon intusschen opgegaan was. In de factorij bestegen Petersen en ik onze paarden, die wij daar gelaten hadden en kwamen een uur later weer in onze woning, waar mijnheer Krüger ons met ongeduld wachtte.

Misschien dacht-i dat ik hem zou meebrengen, en dat zou ik ook misschien wel eens gedaan hebben, want Kruger was m'n beste vrind, en hij hield bijna net zooveel van Liesje als ik. O, heel veel! In dat "bijna net zooveel" ligt een wereld!

"Het zal mij benieuwen, of onze vriend Tamasese van den dood van zijn ouden vijand partij zal trekken, om zich tot koning te doen kiezen," zeide mijnheer Krüger. "Ik acht dit zeer waarschijnlijk," antwoordde de directeur, "doch de aanhangers van den verbannen Mataafa, zullen dit niet kalm aanzien, maar hun best doen, hun vroegeren koning weer op den troon te krijgen."

Van mijn eigen geld kocht ik een mooi barnsteenen sigarenpijpje, dat ik mijnheer Krüger vereeren wilde, die een hartstochtelijk rooker was, en voor mijn vriend Petersen zocht ik een kleine tabakspijp van meerschuim uit. Toen kochten Hendrik en ik, ieder een groote, sierlijk gekleede pop, die "Papa" en "Mama" kon zeggen, voor de twee dochtertjes van den dominee.

Na verloop van een maand waren alle toebereidselen afgeloopen, en mijnheer Krüger verliet ons, om naar Mulifanua terug te keeren, daar hij overtuigd was, dat Gaedecke volkomen in staat zou zijn, het bestuur over de jonge plantage op zich te nemen en deze tot bloei te brengen.

Hendrik en ik haastten ons met het ontbijt en begaven ons daarna naar onzen Directeur Beckmann, waar wij mijnheer Krüger reeds aantroffen. Deze had met het ontbijt niet op ons gewacht, daar wij den vorigen avond wel wat te veel bier hadden gedronken en dus langer geslapen hadden dan gewoonlijk.

Mijnheer Krüger was zeer in zijn schik; dat directeur Beckmann de feestdagen bij ons wilde doorbrengen; beide heeren stonden sedert vele jaren in vriendschappelijke betrekking en achtten elkander hoog. Den vier en twintigsten December, brachten wij 's morgens, geholpen door onze bedienden, de talrijke pakjes naar het schoolgebouw van het zendelinggenootschap.

O, hoe prachtig is dit: met dit "'n besten, besten jongen!" verdedigt Jansen zijn vriend tegen eigen innerlijk misprijzen, 't Beteekent zoo iets als: Neen, ik wil geen kwaad van hem denken. En dat haar man zoo stuursch tegen me was, zal ook zeker om Kruger geweest zijn.

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek