Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 30 september 2025
Geen denken aan! zij vermaant hem, zijn vader vriendelijk toe te spreken die is tegen den avond altijd ontvankelijker gestemd en verder op de hulp van dominee te rekenen. VIJFDE ZANG: In het zaaltje zitten de drie mans nog steeds bij een glaasje te kouten.
Het is uwe schuld niet, kind. Hoe, er zijn geene geesten? De lucht krielt er van, en terwijl wij hier zitten te kouten, zijn er wel honderd misschien in dit prieel, die ons zien en hooren." De jongeling beschouwde den hovenier met eene zonderlinge uitdrukking van medelijden. Jakob, door zijnen schertsenden blik gekwetst, rechtte het hoofd en sprak: "Wat, er zijn geene geesten?
"Ik dank u voor uwe genegenheid", zeide Segher Wulf, minzaam lachende, "maar gij zult het mij vergeven, mijn goede Disdir, indien ik niet langer met u kan kouten. Ik ben slechts gisterenavond van den zeekant teruggekeerd en moet onmiddellijk bij den proost van St-Donaas eene gewichtige boodschap gaan vervullen.
En hij lachte zoo dwaas, dat ik niet twijfelde of de ongelukkige moest krankzinnig zijn; maar hoe hij, dien ik waarlijk als een flinke man, zeer mager, doch rap en vroolijk, had gekend, in zulken beklagenswaardigen toestand was geraakt, dit raadsel tergde mij den geest. "Neem eenen stoel en zit neder," zeide hij. "Wij hebben tijd om wat van Antwerpen en de vrienden te kouten.
Op onze gezondheid! riep de vroolijke koopman, hij hief zijn glas op en tikte het tegen de twee andere. Hij praatte voort in luid galmende woorden, zijne gevaarten met de boeren die hij vandaag bezocht had, en hij bracht Vanhoutte ook aan 't kouten en deze vroeg ineens ook drie pinten om den koopman zijne weerjunste te doen.
"Ik heb wel geen verdriet, Christina," antwoordde hij, "maar er is toch iets dat mij kwelt. De andere kameraden gaan al eens een pintje te zamen drinken; zij lachen en kouten en vermaken zich een beetje na den weeklangen arbeid. Ik zit hier altijd te huis, alsof ik buiten de wereld was; en de vrienden drijven den spot met mij.
Waarom zijt gij zoo opvliegend?" antwoordde zij op zachteren toon. "Met dit haspelen en schreeuwen geraken wij tot geen besluit. Kom, bedaar, mijn vriend; zit neder en laat ons redelijk zijn." "Ik vraag niet beter; gij weet het wet, Christien," zeide de baas met zichtbare tevredenheid. "Lieve man, het is moeilijk met u te kouten," begon vrouw Noppe.
Nu waren zij seffens bekenden en vrienden van thuis; 't vuur werd aangestookt en een grooten pot bier kregen ze op de tafel waar rond de bezoekers met den boer vaste gestoeld zaten om lange en genoegelijk te kouten. De dochters was 't alsof ze met vertrouwde kennissen te doen hadden, met wien zij van overlange bevriend waren; ze keken om als ze naar stal gingen en riepen: Tot straks!
Hij was alleen in de koele gelagkamer, zette zich aan tafel bij het venster en vroeg koffie aan de vrouw, die met opgesloofde mouwen, heur handen afdrogend aan den voorschoot, van heur bezigheid uitscheidde. Zoo aanstonds begon zij met luide stem te kouten over 't warm weer van de vruchten en van 't nieuws en de menschen uit 't dorp, die Verlinde niet kende.
Het was een achtiend-eeuwsch gezicht, dat reizen te voet en te paard en met de traag rijdende koetsen. Menschen die elkaar vervoegden langs de baan begonnen te kouten en zetten samen de lange reis voort. Mij reed een witte huifkar voorbij met een dikke bruine merrie bespannen. Er zaten twee kloosterzusters in en die vroegen of ik niet mee wilde tot Cappellen. Mijn uniform wekte goedhartigheid.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek