Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 oktober 2025


Ginds komen nu vijfduizend onversaagde mannen die naar de strijd zowel als naar een maaltijd hijgen, zij hebben heden nog geen morzel broods genut." "Ik dacht wel dat grote hinderpalen u wederhielden, Mijnheer Borluut, en ik vreesde dat gij niet zoudt gekomen zijn." "Wel, edele Gwyde, dan moest St.-Jans vuur mij branden! Ik zou niet in Kortrijk zijn geweest?

Zijn naam is in het buitenland bekend en in Vlaamsch België heeft hij vele bewonderaars en in 1856 wordt hij tot arrondissements-commissaris benoemd te Kortrijk. Aan zijn letterkundige werkzaamheid heeft deze verplaatsing geen goed gedaan.

Dat zij aan den beruchten slag der Gulden Sporen een aanzienlijk deel genomen hebben, blijkt uit eene oude Vlaamsche kroniek, door ons reeds aangehaald, waarin Robert d'Artois, de Fransche veldheer, al de Vlamingen, welke hij bij Kortrijk gereed ziet om hem slag te leveren, Kerels noemt. In 1322, had de graaf van Vlaanderen de stad Sluis aan zijnen oom, Jan van Namen, gegeven.

Doch de twee serjanten Judocus en Nikolaas, dien Uilenspiegel de les had gespeld, waren vóór den kastelein van Kortrijk verschenen, want het gedruisch, het geweld en de plundering moesten door hem gestraft worden, daar het huis van Stevenijne in de kasselrij, buiten den bijvang der stad Kortrijk lag.

De Zanger antwoordde in een spraak welke naar het Hoog-Duits zweemde, en deed gissen dat hij ergens in een ander deel des lands thuis behoorde: "Meester, ik kom van Luxemburg, en heb Mijnheer Van Loncin te Kortrijk een boodschap gedragen. Men heeft mij gezegd dat een mijner broederen in het leger is, en ik was gekomen om hem te zoeken.

Toen werd nl. de lijkmaaltijd vooral gekerstend, door de armen en ongelukkigen daartoe uit te noodigen: de lijkmaaltijd werd liefdemaal of agape, en kreeg ekonomische beteekenis, trad in dienst der christelijke armenzorg. In de omstreken van Kortrijk heet de rouwmaaltijd molleprooi, en aan dat maal deelnemen noemt men "naar de molleprooi gaan."

De jonge Gwyde was in de voornaamste steden van West-Vlaanderen met blijde toejuichingen ontvangen geweest; zijn tegenwoordigheid had er velen moed gegeven, en tot de verdediging des Vaderlands aangepord: op dezelfde wijs had Adolf van Nieuwland de mindere vlekken bezocht om het volk te wapen te roepen. In Kortrijk lagen bij de drieduizend Fransen onder het bevel van de Kastelein van Lens.

Het was werk van Pieter van Steenkiste, den smid, wonende in de kasselrij Kortrijk. De proost had elk dier braadspitten met vijftien pond parisis betaald. Vervolgens keerde hij terug naar zijn bed, alwaar hij insluimerde, uit vermoeienis. Daarna werd hij weder wakker om een weinig verkensgelei te nemen met een slokje Romagne-wijn van tweehonderd veertig gulden het stuk.

Ik zou reeds op het tegenwoordig uur dertig boden te paard in al de steden van Vlaanderen zenden met de tijding der komst van de vijand, en al de Klauwaards naar Kortrijk roepen; insgelijks zou ik Mijnheer Van Gulik en Mijnheer Van Renesse derwaarts doen komen.

Al de praalstukken waren reeds uit de weg geruimd, De Chatillon was te Kortrijk, en de intrede des vreemden meesters bijkans vergeten, wanneer er des morgens om tien uren een verkondiger voor het stadhuis ter Pui verscheen, en met enige bazuinklanken het volk deed bijeenlopen.

Woord Van De Dag

beschouwt

Anderen Op Zoek