Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 juli 2025
En 't mooie, blonde meisje bracht nog meer hoeden te voorschijn: hoeden die op haar blank vuistje door de lucht schenen te zweven met sierlijk-wegdrijvende kantensluiers; met bloemen die men meende te ruiken en met glinsterende vogels die men dacht te zien vliegen; zij bracht er nog en nog, van alle vormen en van alle kleuren, tot het oog er duizelig van werd en de knieën van vermoeidheid knikten.
Al de kunsten die de jonge Cascabel verricht had, deed de wilde hem na en dat met zulk eene vlugheid en zoo gemakkelijk dat de beste acrobaat het niet had kunnen verbeteren. Misschien deed hij het niet zoo bevallig als Sander, maar in geoefendheid stond hij zeker niet bij dezen achter. De toekijkende Indianen knikten dan ook met nog grooter ingenomenheid hunnen landsman toe.
'Ze durven niet, als ik hen aankijk, dacht hij. Reeds begon het groen schaduw te werpen. Nog was Windekind niet gekomen, geen duif was bij hem neergestreken, geen muisje had tegen hem gesproken. Als hij tot de bloemen sprak, knikten zij slechts even en antwoordden niet. 'Mijn straf is nog niet om, dacht hij. Toen kwam hij op een zonnigen lentemorgen bij den vijver van het huis.
Hij was welbekend bij de gele bewoners van het steegje; want zij, die op den uitkijk stonden om te koopen of te verkoopen, knikten hem vriendschappelijk toe als hij voorbij kwam.
Dan had i oogenblikken van 't hoogste geluk zooals zelfs het loome wegzinken in al dat "lekkere mooi" hem niet geven kon. En dan kwam die kijken, en die, en dan stonden ze met hun tweeën, met hun drieën, met hun vieren achter hem en keken en knikten en wezen. En dan ineens was 't uit. Dan zei i: "Verdomme", en ging op zijn brits liggen en liet een klein spatje jenever halen, en deed niets meer.
En zij knelde meneer Bollekens' knobbeljichtige handen in de hare, als van een redder. Maar zwijgen, hoor, zwijgen! deed hij hen plechtig beloven. Zij knikten met het hoofd, keurden goed, beloofden alles wat hij maar wilde.
Toen de Indianen ons in vollen galop voorbijrenden, knikten zij ons welgemoed toe; zij dreven een stoet paarden voor zich uit en werden door een troep magere honden gevolgd.
"Maar wie zijt gij dan?" vroegen Silas Toronthal en Sarcany bijna tegelijkertijd. "Ik?... Ik ben graaf Mathias Sandorf!" Ditmaal was de uitwerking van die verklaring zoodanig, dat de knieën van Silas Toronthal knikten, en hij bijna ter aarde stortte; terwijl Sarcany het hoofd boog, alsof hij zich verbergen wilde. Toen werden de drie beschuldigden achtereenvolgens verhoord.
Zij onthutste hevig, werd doodsbleek, en haar knieën knikten. Met een krachtige poging herstelde zij zich. "Mij dunkt, gij moet dat vers wel kennen, mijnheer Bingham," zeide zij, met een flauwe stem. "'t Is van Browning, en getiteld: 'De laatste woorden eener Vrouw'." Geoffrey zeide hierop niets; wat zou hij zeggen? Een poos liepen zij stilzwijgend voort. Zij waren nu dicht bij het station.
«Van avond hebben wij er geen tijd voor,» zei Ole Luk-Oie en spreidde zijn mooie paraplu over hem uit. «Bekijk deze Chineezen maar eens!» En de paraplu zag er uit, als een groote Chineesche schaal met blauwe boomen en smalle bruggen en met kleine Chineezen er op, die daar stonden en met het hoofd knikten. «Wij moeten de heele wereld tegen morgen mooi opgepronkt hebben,» zei Ole Luk-Oie, «het is dan immers een feestdag, het is Zondag.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek