Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 4 juli 2025


Soms half wakker schietend, zeide een hunner dat het leven toch schoon is en dat de arme sukkelaars, die klagen, ongelijk hebben. Bij dien heiligen man werd Uilenspiegel koster. Hij diende zeer goed de misse, en vulde wel driemaal de wijnkannetjes, tweemaal voor zich zelven en eenmaal voor den proost. De klokluider Pompilius Numan stak hem hierbij een handeken toe.

De klokluider keek hen jammerlijk aan en maakte, zijns ondanks, wegens de krieuweling, met zijn neus de koddigste gebaren. Doch daar de tranen over zijne wangen rolden, spraken de vrouwen: Groote heilige Maarten, weent gij over de zonden der stede Ieperen? Niet waar, uwe edele neus verroert zich?

"De Klokluider laat zijne betooverende, kristalheldere tonen meestal van den hoogsten top van een reusachtigen mora-boom weerklinken; bijzonder graag zit hij hier op een dorren tak. In den toestand van rust hangt het snavelaanhangsel zijwaarts naar beneden; het wordt opgeblazen, zoodra het dier zijn stem laat hooren en draait dan tevens met de spits om zijn eigen wortel.

Toen Uilenspiegel de zaak uitgebracht had, zei het gemeen 's anderen daags, dat het een ongehoorde spotternij was, hun dien schreeuwer van een klokluider voor eenen heilige te doen doorgaan en te doen aanbidden. En velen werden ketters. En, hunne have meenemend, gingen zij het leger des prinsen versterken. Uilenspiegel keerde naar Luik terug. Onderweg zette hij zich te droomen in een bosch.

Uilenspiegel kwam bij, greep Pompilius vast en droeg hem op den schouder weg, gevolgd door eene menigte geloovigen van beide geslachten. Laas! zei de arme klokluider hem stille in 't oor, ik ga bezwijken van de jeukte. Houd u stijf, antwoordde Uilenspiegel; vergeet niet dat gij een houten heilige zijt.

Allen trokken er trouwens van door zooals zij konden: krabbend, redde de deken 't heilig sacrament; het geloovige volk droeg de fierters terug in de kerk; de vier dragers van Sint Maarten smeten Pompilius ruwweg ten gronde. En daar nog dorst de arme klokluider zich niet krabben noch roeren, doch hij sloot devotelijk de oogen.

Allen, priesters, boogschutters, dragers, krabden zich aan den hals, de beenen, de polsen, zonder het nog openlijk te durven; doch de klokluider, die meer uitstond dan de anderen, ter oorzake van de brandende zon, dorst zich niet verroeren, uit vreeze van levend in de olie te worden gekookt.

De terugwandelende begrafenisstoet schemert ginds weg in de mist-grauwte. De klokluider sluit, terwijl de torenbel langzaam uitbengelt, de kerkdeuren, en verlaat het terrein der handeling. Boven het open graf verschijnt een zachte lichtgloed, die een mat aureool in den zwaren mist uitstraalt.

De Klokvogels bewonen Zuid-Amerika: de Smid komt voor in Brazilië en is hier in de wouden zeer veelvuldig, de Klokluider behoort in Guyana, de Araponga in het noorden van Zuid-Amerika, de Hamerling in Costarica thuis.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek