Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 juni 2025
En God ziet toe, hoe ons wuft leeven vlucht, maar van zijn strengen mond valt geen gerucht. Wie eens uw watervelden heeft aanschouwd o zee! waaroover zilvren glanzen glijen en zag uw eindelooze golvenrijen aanstrijken van de kimme, grijs en goud,
Blauw was het groote vlak, tot aan de kimme, maar onder de zon straalde een smalle strook in verblindend roode schittering. Een lange, donzig witte schuimrand omzoomde het zeevlak, zooals hermelijn het blauw fluweel omzoomt. En aan de kimme scheidde lucht en water een fijne, wonderbare lijn. Een wonder scheen zij: recht en toch gebogen, scherp en toch onbestemd, zichtbaar en toch onnaspeurlijk.
Men zag hem te Bazel, te Zürich, te Luzern nu met vreugdestralen in zijne oogen dan, plotseling, en zonder merkbare aanleiding, met eene wolk om het voorhoofd. De zon, onbeneveld boven de kimme rijzende, vond hem op zekeren ochtend gezeten op den top van den Pilatus-berg, rondturende in eenen kring van wat het schoonste land der aarde verhevenst biedt en liefelijkst.
Toen de zon ter kimme was gedaald, maakten wij ons gereed ons nachtleger op te slaan; maar eensklaps werden wij verrast door drie of vier schoten, op zeer korten afstand van het hoofd onzer kolonne. Een verward geschreeuw volgde; ik greep mijn geweer en spoedde mij naar de plek, waar de geweerschoten waren gevallen.
Als er langer tijd tusschen gebeurtenissen verloopt dan die van een dag tot den anderen, zijn het de winter, of de lente, die een nieuw evenement inleiden; maar ook de zon komt er dan weer bij, met alle vogels en de vruchten, die blozen of beginnen te vallen, en onder haar glimlach kleuren. Op zulken morgen doet zij niet enkel haar verschijning, maar "verwt de kimme" en wekt alle leven.
o Sterkheid, die, veel sterker als de dood, op God betrouwt; die stadig ook dien slavenhals zijne eigen woonsteê bouwt, daar, vrij en blij hij wezen zal bij U, o hope en troost van al! Vroeg avondt het: geleden een stonde of twee, is 't zonnevier beneden de kimme alree. Niet heel en al verloren het licht en is; noch teenemaal geboren de duisternis.
Kort daarop kwamen zij uit het sumakboschje te voorschijn, keken voorzichtig rond, vonden de kust veilig en zaten spoedig in het bootje te eten en te rooken. Toen de zon ter kimme daalde, stootten zij van wal en begaven zich op weg. Tom gleed in het schemerdonker, vroolijk met Huck keuvelende, langs den oever voort en zette voet aan wal, toen het geheel duister geworden was.
Het was een heete dag geweest, zoo heet als het in de hondsdagen maar zijn kan. Het zonnetje had den ganschen dag als een gloeiende bol aan den wolkenloozen hemel geschitterd en hare verzengende stralen naar het aardrijk geschoten. Nu daalde het langzaam ter kimme en stond op het punt van onder te gaan.
Gelukkig waren de koelies reeds aangekomen, zoodat we dadelijk konden gaan baden en ons verkleeden en toen we daarmee gereed waren en onze leden op gemakkelijke stoelen in het voorgalerijtje uitstrekten, neeg de zon reeds ter kimme en hulde het ravijn naast de pasanggrahan zich in de schaduwen van den naderenden nacht.
Juist was de zon in het ter kimme zinken die bergen genaderd en het blauw des hemels verfde zich gloeiend rood; de laatste stralen verlichtten de karyatiden van het Erechtheusheiligdom. Plotseling bemerkte Simon dat hij niet alleen was; zijn oog viel op een man, die, met de armen over de borst gekruist, den blik onafgewend op den Lykabettos gevestigd hield.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek