Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 1 juni 2025


Kirschef en Kruidnagel waren met de rendieren bezig. De beesten moesten in een weiland onder de boomen gebracht worden, waar zij konden grazen en uitrusten. Cornelia was intusschen in den wagen gegaan, waar altijd het een of ander schoontemaken viel. De anderen hoorden haar roepen: Napoleona, waar zit ge? Hier ben ik, moeder. Is Kayette daar ook? Ik zal dadelijk komen, juffrouw Cascabel.

Ditzelfde hadden ook onze reizigers in de Schoone Zwerfster gehoord. Zonder zich door vrees te laten weerhouden, was Kayette op het geluid afgekomen. Er viel niet aan te twijfelen of hare nadering had de moordenaars op de vlucht gejaagd, want zij had nog even twee mannen tusschen het kreupelhout zien verdwijnen.

Nog eenige oogenblikken en zij zouden Kayette te midden der drijvende ijsbergen uit het oog verliezen. Kayette!.... Kayette! herhaalde Jan. Jan!... Jan! antwoordde de Indiaansche voor het laatst. Op het hooren van deze angstkreten waren ook Cornelia en Cascabel komen aanloopen. Zij stonden verstijfd van schrik evenals Sergius, die geen middel wist te bedenken om het arme meisje te hulp te komen.

Welnu, dan moeten wij ergens zien te schuilen, zeide Cascabel. Ik ben minder bang voor een onweder dan voor wolven. Kayette, vroeg Napoleona aan het Indiaansche meisje, zijt ge bang voor den donder? Wel neen, meidlief, antwoordde Kayette. Daar heeft Kayette groot gelijk in, zeide Jan. Het is dwaas, daar bang voor te zijn. Je hebt goed praten, hernam Napoleona terwijl zij hare schouders ophaalde.

Den volgenden ochtend tegen acht uur dat was op den 4den December raakte hun ijsveld weder drijvende, na den geheelen nacht te midden der elkander kruisende stroomingen niet van plaats veranderd te zijn. Het ging nu weder den kant op waar zij Jan en Kayette uit zicht verloren hadden, maar deze waren achttien uren vóór en er was dus geene hoop hen achterop te komen of terug te vinden.

Maar met mijnheer Sergius is het een ander geval. Gij hebt gelijk Kayette, wij moeten iets anders bedenken. Hij was zeer opgewonden en blijkbaar niet dadelijk in staat zijn gedachten te verzamelen. Hij liep eenige oogenblikken op en neder en sloeg zich voor het hoofd om er een plan uit te halen. Toen bleef hij weder voor Kayette staan.

Cascabel en zijne vrouw hadden met blindheid geslagen moeten zijn indien zij niet opgemerkt hadden wat er tusschen hunnen zoon en het Indiaansche meisje gaande was, en zij begonnen er zich eenigszins ongerust over te maken. Zij alleen wisten wie Sergius eigenlijk was en dus welke toekomst Kayette wachtte.

Dan was er dus geen sprake van afscheid nemen en Kayette zoowel als hij konden bij de Cascabels blijven. Wie weet of er dan ook niet een middel te vinden ware geweest om den armen Jan gelukkig te maken. Waarlijk, de galg was nog te goed voor de booswichten die dit wel overlegde plan in duigen deden vallen!

Gij moet u warmer aankleeden, Kayette, zeide Jan. Ge loopt anders gevaar koû te vatten. Ik ben niet bang voor de koude, was haar antwoord. Bij ons, in de buurt van Youkon, worden wij daar wel tegen gehard. Het is toch niet voorzichtig, Kayette. Jan heeft gelijk, kwam nu Cascabel tusschenbeide. Gij moet iets warms om gaan doen, mijn kwakkeltje.

Toen zij zag hoe ongerust de arme jongen zich maakte, was Kayette op het punt hem alles te zeggen. Zij kon het bijna niet uitstaan dat zij iets voor hem geheim moest houden. Maar hij was driftig en onverschrokken van aard, zoodat het niet zeker was dat hij zich in tegenwoordigheid van Ortik en Kirschef zou kunnen inhouden.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek