United States or Andorra ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wat zou het Kwakkeltje willen? dacht Cesar bij zich zelf, Zou zij mij misschien iets te zeggen hebben over mijn armen Jan? Zij gingen samen een klein eind buiten het dorp, terwijl Cornelia in den wagen aan het werk toog. Welnu meisjelief, begon Cascabel weder, wat hebt gij mij te vertellen en wat is er voor een verschrikkelijk geheim?

Het hielp niet of zijne kinderen en zelfs Kruidnagel hem zeiden dat zij even goed als hij verantwoordelijk waren voor hetgeen zij gezamenlijk besloten en gedaan hadden. De reis was immers, zeiden zij, ondernomen, met aller goedvinden. Ook Sergius en Kayette, het "kwakkeltje" zooals Cascabel haar bleef noemen, voegden zich bij de anderen om hem moed in te spreken.

Gij moet u warmer aankleeden, Kayette, zeide Jan. Ge loopt anders gevaar koû te vatten. Ik ben niet bang voor de koude, was haar antwoord. Bij ons, in de buurt van Youkon, worden wij daar wel tegen gehard. Het is toch niet voorzichtig, Kayette. Jan heeft gelijk, kwam nu Cascabel tusschenbeide. Gij moet iets warms om gaan doen, mijn kwakkeltje.

Een paar gauwdieven meer of minder kwamen er voor Engeland niet op aan. Zulke ellendelingen! zulke gemeene bedriegers! Maar wat denkt gij nu te beginnen, mijnheer Cascabel? vroeg Kayette. Wat ik beginnen ga, Kwakkeltje? Wel, dat is heel eenvoudig. Bij de eerste kozakkenpost de beste die wij tegenkomen, vertel ik wie Ortik en Kirschef zijn, en dan worden ze allebei opgehangen.

Dat was echter eene gelegenheid die zij niet voorbij wilde laten gaan om met Cascabel ongestoord te kunnen praten. Mijnheer Cascabel, begon zij..... Wat is er Kwakkeltje? Ik zou u gaarne eens willen spreken. Wel zoo. Nu spreek maar op! Ja maar, heel in vertrouwen...... Zoo, is het zulk een geheim?

Niemand mag er iets van merken dat wij samen gesproken hebben. Ge hebt volkomen gelijk, Kwakkeltje, ge hebt gelijk, zooals altijd. Maar mijnheer Cascabel, pas vooral op dat ge aan Ortik en aan Kirschef niets merken laat.... Dat zal niet gemakkelijk gaan, maar wees maar niet ongerust, ik zal hen honing om den mond smeren. Zulke bandieten!