Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 juni 2025


Hij verliet de proostdij en keerde terug naar de kapelle, waar zich een twintigtal nieuwsgierigen bevonden, die in stilte op de banken geknield zaten en, met schrik op het gelaat, naar het altaar blikten. Het lijk lag nu op eene soort van tafel en was overdekt met een wit linnen.

Nu deinsden zij door eene eenparige beweging als op een geheim bevel, tot onder de zijbeuk der kerk, met den rug tegen de deur van den nauwen trap, langswaar men tot de kapelle opklom. Zij zouden dus dezen weg naar de opperkerk zoolang mogelijk verdedigen en, moesten zij den strijd opgeven, langs daar de gaanderij bereiken, waar zij nieuwe middelen tot wederstand moesten vinden.

Robrecht sprak eene wijl met den kanunnik Ludgard, schikte dan de gewapende wachten op eenigen afstand rondom de baar en beval hun niemand het lijk te laten naderen, en al degenen die zich oneerbiedig zouden toonen zonder eenig ontzag terug te drijven. Hij zou in de kapelle blijven en op het minste gerucht hun terzijde komen, om hun hulp te bieden, indien het noodig werd.

Zij kunnen niet ontvlucht zijn; de uitgangen der kapelle waren bezet; zij zijn dus verborgen. Doorzoekt alle hoeken en kanten; en, vindt gij iemand, brengt hem hier voor mij. Wie mij Walter Van Lokeren levert, of Gervaas Van Praet, of den schrijver Frumold, dien geef ik drie marken zilvers!"

David Snoek zou bij de gekwetsten blijven en aan hunne verzorging helpen tot morgen. Vond men een middel om hem aan een touw af te laten, en wilde hij het wagen, men zou hem oorlof geven om zich te redden. Op het uur van middernacht bood de kapelle een vreemd schouwspel aan. De gansche beuk was verlicht met een zeker getal smokende lampen, die langs de muren waren opgehangen.

De geloovigen liepen kermend naar den uitgang en verpletterden elkander bij de nauwe deur om te ontvluchten. Velen waren reeds op den steenen trap geraakt; maar daar ontmoetten zij de mannen van Burchard die, als een woeste drom, de vliedenden terug naar boven dreven en achter hen met woedend wraakgeschreeuw de kapelle binnenstormden.

Zoohaast de bevelen tot deze nieuwe werkzaamheden waren uitgedeeld, begon mher Sneloghe te zorgen voor iets dat hem persoonlijk aan het hart lag. Hij onderzocht de kapelle en de twee verdiepen van den toren, om daar vertrekken of afgezonderde plaatsen te vinden, waar Dakerlia en de vier of vijf vrouwen, die nog met de Kerels waren, konden wonen en slapen.

Zijne mannen, door het gezicht van twee lijken en van plassen bloed aangehitst, en door de hoop op de aanzienlijke belooning verlokt, begonnen hunne opzoekingen niet alleen in de kapelle, maar tevens in de benedenkerk. Walter Van Lokeren, na Tancmar de heetste vijand der Kerels, hield zich verborgen achter het orgel.

Is die wonderschoone kapelle voor mij?" "Alweder een geschenk voor u, lieve Dakerlia,", antwoordde mher Sneloghe. "Hoe zal ik ooit uwe goedheid, uwe liefde kunnen erkennen?" "Uwe tevredenheid, uwe blijdschap alleen, Dakerlia, is mij eene voldoende belooning ... Maar ken mij toch "de verdienste van dit echt vorstelijk geschenk niet toe. Het is eene gift van mijnen oom, den proost.

"Ik heb er een staal van gehad dezen nacht; er zijn geene scheldwoorden die den trotsaard mij niet naar het hoofd wierp." "Dezen nacht?" vroeg Bertulf verwonderd. "Ik zal het u later uitleggen. Nu heb ik geenen tijd. Vaarwel, oom, tot onzen terugkeer." De proost ging naar de kapelle, waar hij Robrecht reeds werkzaam vond aan het doen herstellen van wat de woeste Houtkerels hadden ontschikt.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek