Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 juni 2025


Men beklaagde hem, zonder hem te laten merken, hoe bij dien laatsten kampstrijd de vork in den steel had gezeten, en de huishoudster noodigde haar meester eindelijk uit, aan tafel te komen en zich door een duchtig avondmaal te sterken. "Neen, goede vrouw, ik weet beter, wat mij dient," antwoordde Don Quichot zwaarmoedig.

Hij gaf derhalve beleefd te kennen, dat ieder inboorling van een ander land buiten staat was, den feestelijken kampstrijd in het drinken tegen een geharden en sterkhoofdigen Sakser vol te houden; hij maakte met een enkel woord gewag van zijn geestelijken stand, en eindigde met op zijn voorstel, om ter rust te begeven, aan te dringen.

Voor een oogenblik kwam er eene zwakke poging om te applaudisseeren, doch zij werd in hare wording gesmoord. Daarop volgde: "De knaap stond op het brandende dek;" toen: "De Assyriërs zakten den stroom af;" en andere juweeltjes voor de declamatiekunst. Toen had men de leesoefeningen en een kampstrijd in het spellen.

Maar in dit alles was een soort van poëtische vergelding te zien, want de oude dame was de schrik van al de jongens uit den omtrek geweest; en nu smulden de kleine bannelingen naar hartelust van de verboden pruimen, schopten met hun ongewijde schoenen in het kiezel, zonder dat iemand hen beknorde, en speelden voetbal in de groote wei, waar de strijdlustige koe met de kromme horens gewoonlijk de brutale jeugd tot een kampstrijd placht uit te noodigen.

Gij zijt de hoofdman der uwen, en ik ben de aanvoerder der mijnen. Gij en ik, wij beiden, hebben een overeenkomst over de voorwaarden van den kampstrijd aangegaan. Wie die voorwaarden niet nakomt, heeft de overeenkomst gebroken, en is een leugenaar en bedrieger." "Gij gij vermeet u zoo tegen mij te spreken, ten aanhoore van al mijn roode krijgslieden?" "Daar vermeet ik mij niets mee.

Zij deden 't sein des vredes wapp'ren, En de ouderdom herriep de dapp'ren, Die, om den erfwrok lang gehuisd, Vast in den breeden vloed zich waagden, En heup en borst van schuim ombruist, De waap'nen in de slinke vuist, Het roeijerpaar ten kampstrijd daagden. Ach! kind'ren van hetzelfde land, Maar die elkanders rust belaagden, Om onderscheid in offerrand'!

Ja! ik zal de uwe zijn en heden moge dit op het feest ruchtbaar worden, maar.... vergenoeg u dan met hetgeen gij tot nu toe verricht hebt: wees bedaard en terg den Graaf niet meer. Ja, kan het zijn, dat die onzalige kampstrijd op morgen geene plaats had.... doch ik gevoel dat dit onmogelijk is.

Old Shatterhand begreep, dat hij zijn streng niet al te strak moest houden, als hij geen gevaar wilde loopen, de reeds verkregen gunstige bepalingen weer te verliezen. Daarom verklaarde hij: "Kom aan, ik geloof u op uw woord. Roep nu de vrijwilligers voor den kampstrijd maar op!" Nu ontstond er een groote beweging onder de Indianen; zij liepen en drongen vragende en schreeuwende door elkander.

Oud en Nieuw Testament beide beschouwen het leven des menschen als een strijd. In het Oude Testament wordt dit woord in den gewonen zin van oorlogvoeren genomen. Israël moest strijdende oorlogen van Jehova. In het Nieuwe Testament wordt het woord strijd meestal genomen in den zin van kampstrijd. In de Grieksche wereld waren kampstrijden aan de orde van den dag.

Toen de boogschutters echter vernamen met wie zij den kampstrijd moesten wagen, zagen ruim twintig er weder van af, om de schande van een bijna zekere nederlaag te ontgaan.

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek