Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 27 juli 2025


En samen schopten zij Ngakoera onder de dekens uit. Een minuut later durfde Mapoehi even te gluren, en hij zag het spook drinken. Toen het een levende hand uitstak en die op de zijne legde, voelde hij het gewicht ervan, en was overtuigd dat het geen spook was.

Het was ruw werk, leven tegen leven, en niets te zeggen als het met ons gedaan was, en we deden in nikkers op ieder eiland in de Zuidzee waar ze ons niet van af schopten. Nu dan, Saxtorph kwam aan boord, John Saxtorph was de naam dien hij opgaf. Hij was een klein, rossig kereltje, rossig haar, rossig gezicht, en rossige oogen ook. Hij had niets dat je trof.

Een algemeen gegil verhief zich, toen de bruine laarzen woest heen en weer schopten tusschen de ruïne, en een goudlokkig hoofdje te voorschijn kwam, dat verontwaardigd riep: "Ik heb 't je wel gezegd!" Met verwonderlijke tegenwoordigheid van geest vloog Don Pedro, de wreede vader, toe en rukte er zijn dochter uit, met een gejaagd ter zijde: "Lach niet, net doen of alles in orde is!"

Op den nek van de reusachtige dieren zaten de geleiders, bewerkten aanhoudend het voorhoofd van hun beest met een stok met ijzeren punt, schopten heftig met de beenen en spraken hun daarbij goedig toe op de manier, waarop de russische iwostnik praat tot zijn rijtuigpaard.

Maar in dit alles was een soort van poëtische vergelding te zien, want de oude dame was de schrik van al de jongens uit den omtrek geweest; en nu smulden de kleine bannelingen naar hartelust van de verboden pruimen, schopten met hun ongewijde schoenen in het kiezel, zonder dat iemand hen beknorde, en speelden voetbal in de groote wei, waar de strijdlustige koe met de kromme horens gewoonlijk de brutale jeugd tot een kampstrijd placht uit te noodigen.

Wie kon bespeurd hebben in zulk gedrang, dat een mensen was verdwenen en een ezel verschenen in dat ondeelbare oogenblik van herschepping. Zij duwden mij, schopten mij, grepen mij zelfs, omdat ik, een onbeheerde ezel, zeker ontvlucht, daar balkte en liep over den heirweg... Even uit den draagstoel keek de zoete maagd uit, keek zij naar mij.

Hoe ze hem met stoelen, als stormladders, beklommen om in zijne zakken te voelen, en hem te berooven van bruin-papieren pakjes, hoe ze zich vastklemden aan zijn bouffante, hoe ze om zijn hals hingen, en hem in den rug stompten, en tegen zijn beenen schopten in niet te onderdrukken teederheid! De kreten van verbazing en verrukking waarmede het uitpakken van ieder pakje begroet werd!

Woord Van De Dag

staande

Anderen Op Zoek