United States or Uruguay ? Vote for the TOP Country of the Week !


De vrouw wenschte hem geluk en Simon en Josse moesten daar hard om lachen, maar Tamalone zeide niets, spreidde zijn handen voor de vlammen uit en nam toen gretig een groote pastei. Bij het grauwen van den komenden dag liep hij zachtkens naar boven en trad de kamer van Mevena binnen; zij lag met open oogen en glimlachte toen zij hem zag, aan haar voeten was een rood gezichtje.

Nu Josse gezegd had dat zij spoedig een kind zou krijgen, wilde zij wel aanstonds naar Rogier toe gaan, want de wereld was zoo veranderd en bij hem zou zij tevreden zijn. Doch de goede Josse klopte haar op den arm toen zij daar over sprak, en zeide dat hij een boodschap zou zenden, maar dat zij rustig bij hen moest blijven.

Met vochtige oogen zoende Josse het kind, zijn broeder klopte gemoedelijk de omstanders op hun schouders en Baldo stond met den zak op den rug te kijken. Het was een lieflijke voorjaarsmorgen. Tamalone en Mevena reden weg, tot het einde der kade zagen zij voortdurend om en wuifden hun groeten terug.

Men moet zich schikken. In die twee laatste woorden vat ik voorloopig samen wat verontwaardiging over de onbeschaamde reklame van den gewezen theologant BUSKEN HUET my in de pen gaf. Mr. Josse heeft zich verhangen uit spyt zich zoo voorbygestreefd te zien.

Mevena zat meestal beneden wanneer de mannen in de kamer waren; de eerbiedige behandeling van den eersten tijd liet zij zich schertsend gevallen en bedacht onderwijl allerlei om hen te behagen. Josse en Simon kwamen al glimlachend binnen wanneer zij daar was; zij bleven na het avondeten thuis en zaten in 't karig licht vergenoegd aan de tafel naar haar te kijken en te praten.

Hij kon haar gerust verlaten, zij was veilig bij Simon en Josse en zou niet naar hem vragen. En hij, zou hij niet gelukkiger zijn zoo hij slechts aan haar denken kon?

En dan, in de stilte van de kade, zeide hij hoe Mevena verlaten was door haar minnaar, die met een ander zou trouwen zijn stem werd zoo week en zacht, dat Simon en Josse en zelfs de jonge Baldo zwijgend en aangedaan voor zich keken in den luwen nacht. Zij gingen ten leste naar binnen.

Ernest, zei, ze terwijl ze zich ongedwongen in een trage ontwikkeling van hare leden rank oplichtte, ik deed het coupé klaarzetten in de verwachting dat ik met u ergens kon gaan avondmalen. Het zoude mij zeer aangenaam geweest zijn. Ik voel me zoo eenzaam .... me dubbel eenzaam, ik verzeker u. Josse! doe uitspannen .... Pardon, het zou jammer zijn. We zijn toch vrienden? Ik neem u mee, mevrouw.

En zoo stonden zij langen tijd starend naar het gele licht door het loof van de boomen, hun beider ademhaling was geregeld en zacht. En toen Mevena haar oogen opsloeg en hem aanzag, zeide hij: "Kom meê naar Simon en Josse " Maar hij wist het van te voren, zij schudde het hoofd. "Neen, ik kan met u niet meêgaan. Mijn vader is dichtbij, daar ga ik heen." "Maar uw vader..."

Drie mannen stonden naast elkander tegen het licht. De broeder zeide, dat het zijn vrienden waren en noemde hun namen: Simon, Josse, en Baldo die nog zeer jong was. Zij keken haar zwijgend aan. Bij den haard lagen twee katten en een langharige hond met zijn tong uit den bek. Mevena zette zich bij de dieren neder om hen te aaien, en toen liepen de mannen de kamer weêr uit.