Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 mei 2025


De eerste verdieping met aparten opgang is verhuurd aan een uitmuntend »locataire". Zie maar! aan den deurpost naast den hoofdingang van het »atelier" staat: Van Reelant doodeenvoudig, maar dat is Jonkheer Van Reelant, de referendaris, de voorname, deftige man, die sinds 15 Juli zijn bovenkwartier bewoont.

"De medewerking der vrouwen aan het werk in den Landdag heeft nooit moeilijkheden opgeleverd, maar wel heeft het in de Volksvertegenwoordiging nieuwe ervaring en andere zaakkennis aan het licht gebracht op sociaal en humanitair gebied." Ook Professor Wrede spreekt zich ongeveer in den geest van den te voren genoemde uit. Jonkheer Palmen, ook een professor en afgevaardigde in den Landdag schrijft o. a.

Waar het koekhakken al toe leiden kan, en hoe Schaeck wraak nam van Berkheij. Niet lang na het gebeurde was Haarlem door de troepen van Alva belegerd geworden en dit had aanleiding gegeven, dat er bezetting in Leiden gelegd werd. Zoo was op 8 October de Heer Van Assendelft met een vendel aldaar gekomen, die op 3 Februari 1573 door Jonkheer Jacob Van Egmond vervangen werd.

En daarna had hij in een allerhartelijksten, liefdevollen brief vernomen, dat Suze van voornemens was in Den Haag te komen wonen op gemeubileerde kamers bij eene fatsoenlijke, stille familie. Hij moest zich houden of hij deze tijding met de hoogste verrukking hoorde .... hij moest veinzen.... Waarom moest hij dat? Jonkheer Van Reelant had er zijne goede reden voor.

Keer je nog eens omme, Nog eens weder omme! En allo! Met het bruiloftslied hangt ten nauwste het danslied samen, en de schakel vormt het bruiloftsdanslied, oorspronkelijk wel op de deel uitgevoerd. Zoo b.v.: Ik heb mijn geld Op hoopen gesteld, Gestapeld op elkander. Ik heb mijn liefje trouw beloofd, Een trouw van diamanten. Ziedaar, schoone jonkheer, Daar heb-je mijn hand van eer.

Ik, Ambrosius, Groot-Vicaris van den Heiligen Stoel in de Nederlanden, verklare bij deze, dat, indien Jonkheer Jacobus Mom, Ambtman in Maas en Waal, zich geschikt acht om Jonkvrouwe Ulrica Van Reede tot Sonheuvel gelukkig te maken, en indien gezegde Jonkvrouwe Ulrica met haar vrijen wil gezegden Jonkheer J. Mom tot man wil aannemen, ik mij geenszins tegen hun huwelijk verzet; maar daaraan mijn volle toestemming verleene, mits de verloving niet vroeger plaats hebbe dan op Maandag den 28sten Juni des jaars 1621.

En bovendien, zij zullen mij wel ongemoeid laten gaan, ook al werd ik opgemerkt. Denkt u dan niet, dat zij zich over het geval schamen? Zij zullen het wel aan niemand vertellen, want dan worden zij nog uitgelachen op den koop toe. En wat zouden zij mij doen? Mij opzenden naar Jonkheer van Sonoy, den gouverneur? Dan kwam hun eigen wangedrag aan het licht. Of mij gevangen houden?

Deze woorden geuit hebbende, maakte hij een deftige buiging voor het geheele gezelschap en keerde zich om met oogmerk van te vertrekken; dan eer hij nog aan de deur gekomen was, eer nog de aanwezigen van hun verbaasdheid waren teruggekomen, was de Fiskaal Van Kinschot binnen. "Jonkheer Jacob Mom," zeide deze, naar hem toetredende: "gij zijt mijn gevangene."

Hij was jonkheer ridder Van Rappard en zijn vader vond wel goed dat hij schilder werd, maar onder de kennissen vonden natuurlijk velen het een groot bezwaar, dat een jonkheer artiest zou worden. En hij schreef mij: Ik ben er 50% op achteruitgegaan, maar jij zult er 80% op achteruitgaan, ofschoon je niet van adel bent.

Jonkheer van Westerburg hield steeds de handen van den sidderenden oude in de zijne en drong er nogmaals op aan hun schatten met elkaar te ruilen. Tegen den middag kwamen de Trierers in gala op Stolzenfels aan. De heer Koenraad van Isenburg heeft nauwkeurig afgerekend en alles in de beste orde bevonden.

Woord Van De Dag

kiest

Anderen Op Zoek