Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 november 2025
De page zweeg een oogenblik en hield zijn kleine gitzwarte oogen op Joan gevestigd, als wilde hij op het open gelaat des jongelings lezen, of zijn gezegde niet meer dan een loutere veronderstelling, dan wel of het een geheimen zin bevatte; vervolgens hernam hij: "Wat doet u denken, Jonker! dat ik voor Mevrouw de Gravin ben uitgeweest?"
Met een blos der innigste verrukking hoorde zij op zekeren morgen uit den mond des jongelings, dien zij sluimerende dacht, de verblijdende woorden: "Ja, ik weet het wel, dat je de goede moeder Geertje bent." Van dat oogenblik af week de vrees van den dokter, en werd Willem Van Male, ofschoon ellendig en zwak, weer van de ketenen verlost die zijn rede hielden gekluisterd.
Deze had alles met een engelengeduld aangehoord, om den wil van de zeer aardige dochter des handelaars, die ondertusschen in eene aangename rust gezonken was, schoon de oogen des verliefden jongelings alles in het werk gesteld hadden, om de dame eer onrustig dan rustende te doen worden.
Juist wordt het eten opgedragen, en het eerste, wat de verrukte minnaar voor zich op tafel ziet, is een schotel coteletten. Een traan van vreugde schittert in des jongelings oogen, die hij beurtelings op den schotel en op zijne geliefde slaat.
»O, thans zult gij zien dat ik de zege behaal, ook al stond ik met duizend man tegenover tienduizend Tapoeren!" 's Jongelings oogen fonkelden. Hij dacht aan Sappho. »Het zal mij verheugen, als gij uwe schoone woorden verwezenlijkt. Maar, wacht even, ik heb u nog iets te zeggen. Gij zijt twintig jaar oud en moet trouwen. Roxane, de dochter van den edelen Hydarnes, is huwbaar geworden.
Sierlijk staken de fraaie houding en edele gelaatstrekken des gemijterden jongelings af tegen de grove gestalte en het plompe uitzicht van den Abt van Lidlum, tegen de logge gedaante van Vader Volkert, tegen de onbeduidende, boersche figuren der kloostervoogden van Luidinga-kerke, Mariëngaarde, of andere gestichten, die hem omringden, en tegen het ineengedrongen, onbeschofte voorkomen des Bloemkampers, die tegenover hem met het lijk aankwam.
Het gelaat des jongelings werd somberder nog dan het geweest was, en een vloed van gewaarwordingen overstelpte hem. "Daar is die kust dan," dacht hij: "die kust, welke ik zoo gaarne als vriend betreden had! Daar leeft, voor wie ik met wellust al mijn bloed zoude offeren, en wier landgenooten ik thans bestrijden ga! Zal ik haar nog zien?
Tot in de ziel geroerd over het edel gedrag des jongelings, sloeg Reede met luide snikken de armen om diens hals en drukte hem in vervoering tegen zijn hart. Te aangenamer was de Baron aangedaan, omdat hij, nu Joan zelf gesproken had van dienst te nemen, ontslagen was van den last om hem daartoe het voorstel te doen.
Zelfs de waard van het posthuis zwoer, toen we 's jongelings gelaat van het bloed gezuiverd hadden, dat de aangerande zonder eenigen twijfel de jongere zoon van uw grooten vader was.
O! welk een vloed van zoete, van hemelsche aandoeningen doorstroomde het gemoed des jongelings. Zij, welke hij zoo onuitsprekelijk teeder beminde, zij, welke hij gevreesd had nimmer terug te zullen zien, zij lag vertrouwelijk in zijn arm: haar adem beroerde zijn wang en hare tranen getuigden, dat het weerzien haar niet onverschillig was.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek