Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 mei 2025


Als jeluî 't niet weet, dan wil ik je wel zeggen, dat Livorno eene handelsstad is in het groothertogdom Toscane, en nu was de Groothertog volstrekt niet in zijn schik, dat Appleton maar in, en Van Galen maar vóór de haven bleef liggen; want daardoor stond de handel geheel en al stil.

En jelui herinnert je dan wellicht even weinig, dat iets van dat mooie uit dichtgevouwen ondoorzichtbaarheidjes, die eens een hoopvol zaaier in je wierp, werd geboren, als de aarde het doet. Daar begint de bijtende ironie al: juffrouw Hofland is oud en leelijk, zooals je verderop zien zult.

Hij houdt zich in die streek bij den berg op, waar 't meisje van Nygaard gevonden is. En nu kwam ik op de gedachte, dat ik niet naar Ekeby hoef te gaan om hulp te halen. Hier zitten zooveel flinke mannen, die hem gemakkelijk zullen vinden." "Ga dan toch heen, kerels!" barstte de landloopster uit. "Als de gravin zich niet te goed rekent om jelui een dienst te vragen, moet jelui dadelijk gaan!"

Nu was de jager een goed man, en de kinderen bevielen hem; hij nam hen daarom meê naar huis en zeî: »ik zal jelui vader zijn en je groot brengenZij leerden toen bij hem het jagersvak; en het goudstuk dat zij 's morgens vonden, bewaarde hij voor hen als zij het later noodig mochten hebben.

De appelboom bleef staan, de kerseboom ook. De haver bleef staan. De jongen keerde zich naar de achterblijvers. "Waarom gaan jelui niet meê? Waarom laat jelui de zon in den steek?" vroeg hij. "We durven niet. We zijn bang voor den grooten versteener, die in Lapmarken woont," antwoordden ze.

En toen wendde ze zich tot de duivenvlucht, en zei terwijl ze om zichzelf lachte: "Wil jelui niet naar Vader gaan, en hem zeggen, dat ik zoo naar huis verlang. Ik heb lang genoeg in den vreemde rondgezworven. Vraag hem of hij 't niet zoo kan schikken, dat ik gauw weer in mijn ouderlijk huis terugkomen kan." Nauwelijks had ze dat gezegd, of de heele duivenvlucht vloog op en weg.

"En nu kun je verder zeggen wat je wilt," gaf hij toe "maar wij moeten die paarden hebben." Zij begonnen over en weer te praten, maar hij ging voort: "Als jelui het hart hebt om een hand naar ons uit te steken, schiet ik je uit zelfverdediging in je beenen. Maar de paarden gaan mee verder." Hij beschouwde de zaak hiermede als afgedaan.

Cossar zelf was er ook bijgekomen om te kijken naar het kwaad, dat zijn kinderen aangericht hadden en berispte hen ernstig en lachte verbazend en scheen erg blij te zijn met dit zaakje. "Jelui zult nog een beetje moeten wachten, jongens," brulde hij naar hen op, "voor je dergelijke dingen kunt gaan doen."

De wilde eenden waren moe, en de duikeleenden draaiden om hen heen. "Haast je zoo niet!" riepen de eenden toen. "Jelui eet alles op, voor wij er aan toe zijn!" "Er is genoeg voor jelui en voor ons," antwoordden de duikeleenden.

"Nu," zei ik, "wie het 't beste kan, jelui of ik!" Ik begon de vertelling te schrijven, die in het 4de nummer van de Jasnaja Paljana is opgenomen.

Woord Van De Dag

meisjesschaar

Anderen Op Zoek