Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juli 2025


Rudyard Kipling treft beter den toon, wanneer hij de bondgenooten van heden samen de verantwoordelijkheid voor Jeanne's dood laat dragen en zegt: »Wij vergeven elkaar onze wederzijdsche fouten en de oude, onvergeeflijke misdaad, de zonde, waaraan elk onzer zijn deel had, op het Marktplein te Rouaan

Een sering begon er in blad te komen, maar in het middenperkje en in de perkjes aan den muurkant was nog niets geplant en voor Jeanne's gedachten doemde eensklaps een vizioen van Perzische rozen op, zooals die op hun erf te Temanggoeng bloeiden, groot als roze bekers vol zoeten geur.

In zijn optreden in die dagen doet hij ons denken aan het roofdier, opgeschrikt door de lucht van het aas. Nauwelijks heeft het bericht van Jeanne's gevangenneming hem bereikt of hij zet zich in beweging en begeeft zich naar Compiègne. Hij eischt Jeanne op, omdat zij is gevangen genomen binnen het gebied van zijn diocees.

Zijn zij niet medeplichtig aan haren dood? Niemand van haar partij heeft een woord gesproken, een vinger uitgestoken om haar te verdedigen of te bevrijden. Onder Jeanne's familieleden waren geestelijken: waarom zijn die dan niet naar Rouaan gegaan om te getuigen, waarom hebben die van hun kant de hulp van den Paus niet ingeroepen?

Maar ook Jeanne's vader, de heer Van Tholen, gepensionneerd rezident, woonde nog in Den Haag, zeer eenzaam, wegens zijn moeilijk karakter weinig meer gezocht door oude vrienden en bekenden, en langzamerhand verlaten door zijn kinderen, die huwden of eene betrekking zochten. Daarom had Jeanne haar man ook overgehaald, niettegenstaande hun kleine beurs, in Den Haag te blijven.

Jeanne: »Mijne daden en mijne werken zijn allen in de hand van God; in alles verlaat ik mij op Hem«. Ketterij! ook al voegt gij er aan toe: »Ik verzeker U dat ik niets zou willen zeggen of doen tegen het Christelijk geloof«. Cauchon gevoelt, dat hij nu op den goeden weg is en verdubbelt dus zijn ijver, zich niet bekommerend om Jeanne's onwetendheid en kinderlijke naïviteit.

Dumas bijna op een toon, alsof hij het betreurt, dat door dit verzuim van Jeanne's rechters het ziektebeeld niet volkomen duidelijk is geworden. Neen, zekerheid kan de groote neuropatholoog op dit punt niet geven, »een retrospectieve diagnose«, na bijna vijf eeuwen is niet mogelijk.

Ga liggen! Rust uit, rust nu uit, Eline. Eline zag met hare koortsige oogen Jeanne lang aan en zij wond heur arm om Jeanne's hals. Rust nu, Eline rust nu, als je niet slapen kan. Een holle snik doorknarste Eline's keel. Engel, die je bent! fluisterde zij brekend. Ik zal het nooit vergeten, wat je voor me doet, nooit. Het is of je me gered hebt van een afgrond. O, die modder!

Het bericht van Jeanne's weder-afvalligheid ging als een loopend vuur door de stad. Oogenblikkelijk zetten hare rechters en vijanden zich in beweging. De door Cauchon verwachte gelegenheid om haar weder te vangen, biedt zich aan. Jeanne is verloren. Den volgenden morgen begeeft Cauchon zich met verscheidene andere rechters naar het kasteel waar Jeanne gevangen zit.

Zij jammert en weeklaagt luid. »Haar lichaam, dat zij tot het einde toe rein en ongerept heeft weten te houden, zal dus verbrand en tot asch verteerd worden«, en voor het leed en onrecht haar aangedaan, beroept zij zich op God, den rechter aller rechters. Nog verscheidene andere geestelijken en doctoren zijn onder Jeanne's snikken haar kerker binnengekomen en kwellen haar met vragen.

Woord Van De Dag

dompelende

Anderen Op Zoek