Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 juli 2025
Slechts daartoe om er achter te verbergen, hoe wij allen elkander haten, juist als gindsche droschke-koetsiers, die zoo ruw elkander uitschelden; Jawschin zeide: De anderen willen me het vel over de ooren halen en ik hen dat is de waarheid." Onder zulke gedachten, waarbij zij haar eigen toestand vergat, kwam zij aan haar woning terug.
"Daarvan ben ik zelfs overtuigd," zeide Anna en zag daarbij Wronsky met een blik in de oogen, die beteekende: vat dit kalm gesprek niet op als een bewijs van de mogelijkheid eener verzoening. "Heeft u geen medelijden met den ongelukkigen schuldenaar?" wendde zij zich tot Jawschin. "Ik heb dit mij zelf nooit gevraagd, Anna Arkadiewna. Mijn geheel vermogen draag ik hier" en hij wees op zijn borst.
Toen de dame was heengegaan, aarzelde haar man een tijdlang, terwijl hij met de oogen Anna's blik zocht met een blijkbaren wensch haar te groeten. Zij scheen dat echter opzettelijk niet te willen bemerken, maar wendde zich om en zeide iets tot Jawschin, die zijn hoofd met het kortgeknipte haar naar haar toe boog.
"Waarheen nu?" vroeg Jawschin, daar op dit oogenblik het driespan voor kwam. "Naar de stallen; ook naar Briansky moet ik nog wegens de paarden," antwoordde Wronsky. Hij sprak de waarheid. Hij wilde inderdaad nog naar Briansky, die tien werst van Pargalowo woonde, om hem het geld voor de paarden te overhandigen. Maar de vrienden begrepen dadelijk, dat Briansky niet het eenige doel van zijn rit was.
"Als het zoo gesteld is, moet men...." "... Een besluit nemen, en ik ben besloten," antwoordde zij en wilde gaan. Maar op hetzelfde oogenblik werd de deur geopend en trad Jawschin binnen. Anna beantwoordde zijn groet en bleef in de kamer. Zij onderdrukte dadelijk den opgekomen storm in haar binnenste, nam weer plaats en trad met haar gast in gesprek. "Hoe staat het met de schuld?
Petritzky sprong dadelijk verschrikt op de knieën en keek in het rond. "Je broer is hier geweest en heeft mij gewekt. Haal hem de duivel! heeft hij gezegd, en hij wil terugkomen." En terwijl hij de dekens weer om zich trok, wierp hij zich op nieuw in de kussens. "Laat 't toch, Jawschin!" riep hij geërgerd uit, toen deze hem de dekens aftrok. "Laat mij toch met rust!"
Toen Wronsky nogmaals zijn kijker daarheen richtte, bemerkte hij op het gelaat van vorstin Barbara een verschrikkelijke en toornige uitdrukking en zag hij, hoe zij zich voortdurend naar de naburige loge omkeerde. Ook Jawschin keek boos dien kant uit. In die loge zaten de Katawassow's. Wronsky kende hen en wist, dat ook Anna met hen bekend was.
Hij liet mij door Stiwa zeggen, dat hij Jawschin niet verlaten mocht. Nemen wij aan, dat dit de ware reden is hij spreekt nooit onwaarheid maar in deze waarheid ligt nog iets anders. Hij verheugt zich over de goede gelegenheid om mij te toonen, dat hij nog plichten heeft. Dat weet ik. Dat vind ik ook goed. Maar waarom moet hij mij dat bewijzen? Ik behoef geen bewijs, ik wil slechts liefde.
Jawschin was een speler en verkwister en niet slechts een mensch zonder beginselen, maar iemand met zedelooze beginselen, doch in het regiment Wronsky's beste kameraad.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek