Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 17 juli 2025


Na het diner reed Tuschkewitsch weg om voor een loge te zorgen en Wronsky en Jawschin gingen naar beneden om te rooken. Nadat Wronsky een tijdlang beneden had gezeten, haastte hij zich weer naar boven, naar Anna.

Zij zat op de eerste rij en met een weinig achterover gebogen hoofd sprak zij met Jawschin. De houding van haar hoofd op de schoone, volle schouders en het gedempte vuur in haar oogen herinnerden hem volkomen aan den avond, toen hij haar in Moskou op het bal ontmoet had. Maar nu werkte haar schoonheid geheel anders op hem.

"Kom, ik ben gereed," zeide Wronsky, stond op en ging naar de deur. Ook Jawschin stond op en rekte zijn lange leden uit. "'t Is mij nog te vroeg om te eten. Maar ik moet wat drinken. Ik volg je dadelijk. Hei! wijn!" riep hij met zijn beroemde commandostem, dat de vensterruiten rinkelden. "Neen niet noodig!" riep hij dadelijk weer. "Ga je naar huis, dan ga ik mee!" en hij ging met Wronsky heen.

Ik twijfel, of ze betaald worden." "Dan kun je ze vandaag weer door mij verliezen," zei Wronsky schertsend. Jawschin had namelijk op Wronsky's overwinning bij den wedren een hooge weddenschap aangegaan. "Ik zal in geen geval verliezen. De eenige, die je gevaarlijk is, is Machatin." En het gesprek liep nu over den ophanden zijnden wedren.

Le moule en est brisé." Wronsky boog zich voor haar en groette Strenow. "Ik geloof, dat ge te laat gekomen zijt en de schoonste aria niet gehoord hebt," zeide Anna tot hem. Het scheen hem toe, dat zij hem daarbij ironisch aanzag. "Ik ben een slecht criticus," zeide hij, met een ernstigen blik haar aanziende. "Evenals vorst Jawschin," hernam zij lachend.

Dat, wat Jawschin gezegd heeft.... De strijd om het bestaan en de haat.... Dat is een deel van datgene, wat de menschen aan elkander bindt.... Neen, gij rijdt te vergeefs!" zeide zij in gedachten tot een gezelschap van personen in een kales met vierspan, die, zooals het scheen, voor hun pleizier een uitstapje buiten de stad wilden maken.

"Ga maar vooruit, ik zal u wel weer inhalen," riep hij Jawschin toe, die reeds bij de deur stond. Zij hield zijn hand vast en zag hem met onafgewenden blik aan, terwijl zij er over nadacht, wat zij hem zou kunnen zeggen om hem terug te houden. "Wacht, ik wil u iets zeggen," sprak zij en drukte zijn hand tegen haar hals. "Het hindert toch niet, dat ik hem uitgenoodigd heb?"

Petritzky ging voort met zingen, pinkte met de oogen tegen Jawschin en spitste de lippen, alsof hij zeggen wilde: "Wij weten wel, welk een Briansky dat is!" "Verlaat je maar niet!" vermaande Jawschin en ging toen, om het gesprek af te leiden, onmiddellijk voort: "Hoe maakt het de roodschimmel?"

Hij zag haar verwijtend aan, maar zij antwoordde hem met den zelfden uitdagenden, half vroolijken, half verslagen blik, waarvan hij de beteekenis niet vatten kon. Gedurende het diner was Anna opgewonden vroolijk. Het scheen alsof ze met Tuschkewitsch en Jawschin coquetteeren wilde.

"Dat verheugt mij zeer," antwoordde Jawschin, met een lachje, waaraan Wronsky bemerkte, dat Anna een goeden indruk op hem gemaakt had, en terwijl hij Anna eerbiedig naderde, drukte hij haar weer voorzichtig de hand. Wronsky was met Jawschin opgestaan. "Dus gij gaat ook?" zeide zij en gaf ook hem de hand. "Ik had mij reeds wat verlaat," antwoordde hij.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek